Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) is in de jaren 2014 tot en met 2017 buitenlands belastingplichtige en inwoner van België. Hij geniet sinds 1 augustus 2009 een pensioen. Dat pensioen bedroeg € 29.357 in 2014 en € 29.212 in 2015 tot en met 2017. X heeft het pensioen vanuit zijn Nederlandse dienstbetrekking opgebouwd. Daarnaast heeft hij lijfrente-uitkeringen ontvangen van € 359 resp. € 1.437. Voor wat betreft de opbouw van het pensioen en de lijfrente heeft fiscale facilitering in Nederland plaatsgevonden. Verder geniet X vanuit Nederland een AOW-uitkering. De heffing over de AOW-uitkering is toegewezen aan België.

Medio 2018 heeft de Inspecteur vanuit België informatie ontvangen over de fiscale behandeling in België van de inkomsten van X. Hieruit blijkt dat per saldo de volgende bedragen aan pensioenen en lijfrenten vanuit een Nederlandse bron niet progressief belast zijn in België: € 23.739,75 (2014) resp. € 24.702,72 (2015 tot en met 2017). De Inspecteur heeft vervolgens aanslagen IB/PVV aan X opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.357 (2014) en € 29.212 (2015 tot en met 2017), ervan uitgaande dat het pensioen volledig belastbaar is in Nederland omdat de totale brutopensioenuitkeringen in al deze jaren gezamenlijk hoger zijn dan € 25.000.

X heeft beroep ingesteld.

In geschil is in de eerste plaats of conversie van de aanslagen in navorderingsaanslagen mogelijk is. Dat is volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant het geval. Er is sprake van een navordering rechtvaardigend nieuw feit.

In geschil is dan of Nederland op basis van artikel 18 Verdrag Nederland-België het heffingsrecht heeft over het pensioen. Meer in het bijzonder is in geschil of voor de grens van € 25.000 de brutopensioenuitkeringen in aanmerking moeten worden genomen (standpunt Inspecteur) of uitsluitend het pensioen dat in België niet progressief wordt belast (standpunt X). Volgens de Rechtbank is het gelijk aan de Inspecteur.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014-2017
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
4 maart 2021
Rolnummer
20/4786; 20/4787; 20/4788; 20/4789
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:906
Auteur(s)
mr. C. Douven
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2021/0680
Aflevering
1 april 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4231

Naar de bovenkant van de pagina