Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Dit besluit wijzigt het Besluit loonheffingen, inkomstenbelasting, pensioenen, verzamelbesluit diverse onderwerpen van 11 december 2018 (2018-28514, NLF 2019/0130, met noot van Staats).

De wijzigingen betreffen de aanpassing van onderdeel 5.4 en de toevoeging van een nieuw onderdeel 5.5. Daarnaast zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht en twee onjuiste verwijzingen hersteld.

Onderdeel 5.4 (nieuw) bevat de te stellen voorwaarden, bedoeld in artikel 38p, lid 5, Wet LB 1964 voor het geruisloos aanwenden van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting ter verkrijging van een lijfrenteverzekering, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht indien de termijnen uit deze oudedagsverplichting reeds zijn ingegaan. Onderdeel 5.5 (nieuw) bevat de te stellen voorwaarden, bedoeld in artikel 10a.18, lid 5, Wet IB 2001 voor het geruisloos aanwenden van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting ter verkrijging van een lijfrenteverzekering, lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht op een tijdstip later dan het jaar waarin de belastingplichtige aan wie de lijfrentetermijnen toekomen de leeftijd heeft bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd.

Het besluit treedt in werking op 4 maart 2023 en werkt terug tot en met 1 april 2017.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Belastingtijdvak
1 april 2017 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
17 februari 2023
Rolnummer
2023-1520
Auteur(s)
drs. A.W. de Beer RB
Alfa Accountants en Adviseurs
NLF-nummer
NLF 2023/0595
Aflevering
23 maart 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5662
bwbr0002471&artikel=38p&lid=5,bwbr0002471&artikel=38p&lid=5,bwbr0011353&artikel=10a.18&lid=5,bwbr0011353&artikel=10a.18&lid=5

Naar de bovenkant van de pagina