Direct naar content gaan

Samenvatting

Een BV is strafrechtelijk veroordeeld (boete van 50.000 euro) wegens het doen van onjuiste aangiften loonheffingen.
Daarnaast heeft de inspecteur naheffingsaanslagen en een boete van 109.218 euro opgelegd.
Het vermogen van de BV is inmiddels negatief en de vraag is of er dan aanleiding bestaat om de boete verder te matigen.
Hof Arnhem oordeelde dat het negatieve vermogen van de BV volledig wordt veroorzaakt door het passiveren van de bedragen die zij moet betalen op grond van de naheffingsaanslagen loonbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2003 tot en met 2006.
Het Hof heeft in die omstandigheid geen aanleiding gevonden rekening te houden met de slechte financiële positie van de BV.
Tegen dit oordeel heeft de BV cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad stelt voorop dat zowel ter beoordeling van de mate van verwijtbaarheid als ter beoordeling van de mate waarin een boete de betrokkene treft, de financiële omstandigheden van belang kunnen zijn (vgl. HR 8 december 1982, nr. 21363, BNB 1983/50).
De door het Hof genoemde omstandigheid vormt onvoldoende grond om de slechte financiële positie van de BV bij de bepaling van de hoogte van de boete buiten beschouwing te laten, aldus de Hoge Raad.
De zaak is verwezen naar Hof Den Bosch.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2003 - 2005
Instantie
HR
Datum instantie
29 maart 2014
Rolnummer
13/00279
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:685
bwbr0002320&artikel=67a&lid=1,bwbr0002320&artikel=67b&lid=1,bwbr0002320&artikel=67c&lid=1,bwbr0002320&artikel=67d&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e&lid=1,bwbr0002320&artikel=67f&lid=1,bwbr0005537&artikel=5:46&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina