Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een NV heeft een converteerbare obligatielening uitgegeven in Amerikaanse dollars. De NV had op het tijdstip waarop de obligaties ter conversie werden aangeboden, het recht om in plaats van het toekennen van aandelen een bedrag in contanten te voldoen, gebaseerd op de slotkoers van het aandeel op de dag van aanbieding (de kasvariant). In 1994 is uit hoofde van deze kasvariant een bedrag aan de obligatiehouders uitbetaald. Dit bedrag bracht de NV ten laste van haar winst. De inspecteur stond dit echter niet toe. Voorts rekende hij een bedrag dat betrekking had op een valutaresultaat op de nominale waarde van de (in contanten afgewikkelde) obligaties in verband met de daling van de dollarkoers tot de belastbare winst van de NV. Het Hof had de inspecteur gelijk gegeven.
In cassatie beslist de Hoge Raad: a) dat er motiveringsfouten in de uitspraak zitten, maar dat dit niet tot cassatie kan leiden. Uit de uitspraak blijkt namelijk dat deze fouten niet van invloed zijn geweest op de door het Hof gegeven oordelen; b) dat de betalingen die zijn gedaan op basis van de kasvariant niet van de winst mogen worden afgetrokken en c) dat de inspecteur en het Hof ten onrechte een valutaresultaat tot de winst hebben gerekend omdat de werkelijke dollarkoers ten tijde van de afwikkeling van de conversie geen rol speelde.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
1994
Instantie
HR
Datum instantie
20 mei 2005
Rolnummer
40.038
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AT5898
ECLI:NL:PHR:2005:AT5898

Naar de bovenkant van de pagina