Direct naar content gaan

Samenvatting

Naast andere lidstaten kent ook Groot Brittannië een regeling waardoor winsten van dochtermaatschappijen van Britse moeders die gevestigd zijn in lidstaten met zeer lage Vpb-tarieven belast worden bij de Britse moeders. A-G Léger betoogt dat het gemeenschapsrecht enerzijds het recht van vrije vestiging in alle lidstaten kent maar ook het recht bevat om belastingontwijking dan wel misbruik van recht tegen te gaan. Hij verwerpt de Britse regeling niet principieel maar stelt wel als voorwaarde dat de belastingplichtige moeder moet kunnen aantonen dat van misbruik van recht geen sprake is (geweest) omdat de dochter reële winst heeft gemaakt. Het gaat hier om het Cadbury Schweppesconcern dat in Ierland zijn financieringscentra heeft gevestigd.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
1996
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
2 mei 2006
Rolnummer
C-196/04
ECLI
ECLI:EU:C:2006:544
celex32009l0133&artikel=15,celex32016l1164&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina