Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een man is met zijn gezin naar Noorwegen verhuisd en beschikt in Nederland over een woning die niet wordt verhuurd. Wanneer de man en zijn gezinsleden in Nederland verblijven, maken zij gebruik van de woning.
De woning behoort tot de rendementsgrondslag van box 3.
De man stelt in deze procedure in hoger beroep dat de forfaitaire rendementsheffing in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol van het EVRM (hierna: het Eerste Protocol) omdat de verschuldigde belasting voor hem leidt tot een buitensporige last.
Hof Den Haag oordeelt dat de wetgever met de wijziging van het belastingstelsel per 1 januari 2001 binnen de hem toekomende ruime beoordelingsmarge is gebleven. In het arrest van de Hoge Raad van 28 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR0664, ligt volgens het Hof voorts besloten dat de Hoge Raad de forfaitaire rendementsheffing niet in strijd acht met artikel 1 van het Eerste Protocol.
Het Hof verwerpt het standpunt van de man dat hij onvoldoende tijd had zich aan de gewijzigde belastingheffing aan te passen, nu de aanslag betrekking heeft op het jaar 2011, tien jaar na de wetswijziging. Artikel 1 van het Eerste Protocol bevat ook niet het recht dat een bestaande toestand (in casu de eigendom van onroerende zaken) altijd op dezelfde wijze in de belastingheffing wordt betrokken.
De onderhavige wetswijziging leidt volgens het Hof ook niet tot een individuele buitensporige last. Een (vermogens)belasting van 1,2% over de waarde van de bezittingen is geen individuele, buitensporige last, aldus het Hof. Het feit dat de bezittingen geen liquide middelen opleveren waarmee de forfaitaire rendementsheffing betaald kan worden, maakt de last naar het oordeel van het Hof evenmin buitensporig.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
19 augustus 2014
Rolnummer
13/01402
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:2861

Naar de bovenkant van de pagina