Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft bezwaar gemaakt tegen de box 3-heffing voor de jaren 2017 en 2018. De bezwaren van X maken deel uit van de bezwaarschriften die met toepassing van artikel 25a AWR zijn aangemerkt als massaal bezwaar. De Inspecteur heeft de bezwaren ongegrond verklaard. X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Gelderland zet eerst uiteen hoe het stelsel van box 3 in de jaren 2017 en 2018 in elkaar zit. Indien aannemelijk is dat X lid is van een bepaalbare groep belastingplichtigen (een zogenoemde robuuste groep), die op basis van objectieve kenmerken niet in staat kan worden geacht om te kiezen voor de vermogensmix waarop het stelsel is gebaseerd, dan kan ten aanzien van die groep sprake zijn van strijd met de vereiste fair balance. De wetgever heeft in dat geval ten onrechte deze rechtens te onderscheiden groep niet als zodanig erkend en vervolgens deze groep ten onrechte op gelijke wijze behandeld als de gemiddelde belastingplichtige. Deze toets in het kader van artikel 1 EP is gelijk aan het discriminatieverbod van (bijvoorbeeld) artikel 14 EVRM. X is volgens de Rechtbank niet in de bewijslast geslaagd. Hij heeft wel laten zien dat hij in de onderhavige jaren niet het veronderstelde rendement heeft behaald, maar hij heeft onvoldoende onderbouwd dat hij het ook in redelijkheid en objectief niet had kunnen behalen vanwege objectieve kenmerken die hij deelt met de andere belastingplichtigen die tot dezelfde groep behoren. X heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat de heffing van box 3 op stelselniveau in strijd is met artikel 1 EP en artikel 14 EVRM.

De stelling van X dat sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel omdat hij, anders dan de in artikel 2.6 Wet IB 2001 genoemde belastingplichtigen, geen gebruik kan maken van het in dat artikel opgenomen keuzerecht (30%-regeling), slaagt niet. De belastingplichtigen waarmee X zich vergelijkt verkeren feitelijk noch juridisch in dezelfde situatie als X. Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2017-2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
10 februari 2021
Rolnummer
20/3028; 20/3029
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:639
NLF-nummer
NLF 2021/0542
Aflevering
11 maart 2021
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2

Naar de bovenkant van de pagina