Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Bij Hof Arnhem-Leeuwarden is in geschil of de aan X (belanghebbende) opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of sprake is geweest van het onmiddellijk in- en uitstappen van personen.

Artikel 225, lid 2, Gemw bepaalt – kort gezegd en voor zover hier van belang – dat onder parkeren in de zin van die wet wordt verstaan het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten. In de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Nijmegen 2020 wordt hierbij aangesloten.

Volgens het Hof heeft X de auto niet slechts in het parkeervak laten staan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen maar langer, zodat sprake is van parkeren. Het oordeel van Rechtbank Gelderland wordt bevestigd en de naheffingsaanslag wordt gehandhaafd.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
23 mei 2023
Rolnummer
22/00406
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:4483
NLF-nummer
NLF 2023/1288
Aflevering
8 juni 2023
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=225

Naar de bovenkant van de pagina