Samenvatting
De media hebben de fiscaliteit blijvend ontdekt. Zo kwam Shell onlangs weer eens groots in het nieuws omdat het bedrijf met toepassing van ‘vuile trucs’ geen vennootschapsbelasting zou betalen. Volgens Paul de Haan gaat het publieke debat over fiscaliteit niet vanzelf weg. Niets doen is geen optie.
Opinie
Shell shocked
De media hebben de fiscaliteit blijvend ontdekt. Vermaard oud NRC-columnist Heldring schreef over zijn krant:
Deze journalistieke beginselverklaring staat onder druk. Zeker omdat wij in voortdurende staat van opwinding zijn: onze wangetjes zijn rood en hesjes geel. In de talkshow Pauw van vorige week (was het 5 december?) waren Eric Smits (Follow the money), Jeroen Pauw (Treurbuis gastheer) en Henk Nijboer (PvdA-Kamerlid) het erover eens: Shell betaalde geen vennootschapsbelasting door vuile trucs. Als het gebruikmaken van de liquidatieverliesregeling een vuile truc is dan is het door burgers aftrekken van hypotheekrente smerige fraude. Co-opinista Fred van Horzen heeft daar een mooie opinie over gemaakt, die kennelijk inmiddels naar Eric Smits is gestuurd. Fred noemt terecht A-G Wattels opmerking naar aanleiding van het Marks & Spencer-arrest:
In mijn woorden: een reëel verlies moet een belastingplichtige altijd ergens kunnen verrekenen. De Nederlandse liquidatieverliesregeling is zodanig dat we mogen aannemen dat alleen reële verliezen en reële liquidaties in aanmerking komen voor aftrek. Dus: wat is het probleem als Shell reële, geleden verliezen aftrekt? Dat is door de wetgever gewild, dus bij problemen moet men de wetgever aanspreken. Of is het leidende beginsel dat belastingplichtigen fiscaal de meest onvriendelijke weg moeten volgen. Dat geldt dan naar mijn mening ook voor de aftrekbaarheid van hypotheekrente op aangekochte woningen. Het IBFD is gevraagd een rechtsvergelijkende studie te maken en die zal – neem ik aan – op korte termijn aan de Kamer worden aangeboden. Een opvallende en prestigieuze opdracht waar ik het bureau van harte mee feliciteer.
Woede en wraak
De spraakmakende filosoof Peter Sloterdijk schreef (in Woede en tijd) dat wij in thymotische tijden leven en dat het eerste grote werk van Europese bodem – de Ilias van Homerus – niet voor niets met een woedende Achilles opent.
Woede en verontwaardiging gaan hand in hand met dat andere kenmerk van onze tijd en plaats: slachtofferschap. Dat vind ik nu weer een antithymotische tendens: voor publicitair begrip is het kandidaat-slachtoffer bereid trots en eer in te ruilen voor aandacht en erkenning. Dat zou Achilles nooit doen. Het slachtofferschap gaat gepaard met een intense behoefte aan wraak; dat is via een omweg wel weer als thymotisch te duiden. De publieke opinie is een ‘rommeltje geworden van bizarre bestanddelen’ met een belangrijke rol voor halftalenten en voetbalanalisten. (Bipolaire neiging strekt tot aanbeveling.)
Kortom: als alle tijden is ook deze tijd een zooitje waar historici over 50 jaar keurige tijdvakjes van maken (‘2017-2025: Opstand der gele hesjes/Frexit – president Macron onthoofd en begin Grande Dictature met Houellebecque als president’).
Dit is het geval: openbaarmaking als publieke biecht en boetedoening in gebaar en woord, zonder de vergeving en verzoening; want het internet vergeet en vergeeft niet. In 2014 besliste het HvJ dat er zoiets als een recht op vergeten bestaat en droeg Google op de zoekgeschiedenis van de klager te schonen van oud zeer. Maar dat men tot aan de hoogste rechter moet gaan om dat recht te effectueren is tekenend. Naast Shells tax planning, vallen mij nog twee recente media-interventies op: het interview met CEO Polman van Unilever en de nasleep daarvan en het vervolg van de roemruchte Panama Papers.
Panama en Polman
Het Nederlandse mediale geweld over de Panama Papers was enorm. Naar aanleiding van een vraag vanuit de vaste commissie voor Financiën, antwoordt staatssecretaris Snel dat de Belastingdienst in de Papers meer dan 200 dossiers heeft gevonden met een fiscaal belang voor Nederland. Naar aanleiding van de informatie uit de Papers heeft de fiscus tot nu toe ongeveer 50 aanslagen opgelegd met een bedrag van per saldo € 8 miljoen (inclusief boetes en rente). Hoeveel kosten zijn gemaakt om die miezerige € 8 miljoen op te hoesten? Dat lijkt mij volstrekt niet in verhouding met het veroorzaakte mediale lawaai. Of de Nederlandse belastingdienst heeft de Panama Papers niet nodig om goed te functioneren, maar dan had men in 2017 ook geen parlementaire mini-enquête hoeven te houden op dit punt.
In het interview met de grootste krant van Nederland somt Polman op wat Unilever in zijn ogen bijdraagt aan de Nederlandse economie.
Het helpt allemaal niet. Polman schiet tekort want – vindt de krant – hij heeft geen ‘voeling met de samenleving’ en begrijpt de woede van de mensen niet. De hoogte van zijn salaris helpt niet. Toch heeft hij klaarblijkelijk voldoende voeling om dit jaar met Unilever een omzet van € 50 miljard te halen. Hij krijgt wat trappen na: hij zag een paar jaar geleden de vijandelijke overname door concurrent Kraft niet aankomen en heeft de tegenslag met het dividendbelastingdossier ook al niet voorzien. Dat vind ik nogal ver gaan: karakteristiek voor een vijandige overname is toch dat het doelwit niet noodzakelijkerwijs ex ante op de hoogte wordt gebracht en het stemgedrag van aandeelhouders en de politieke stemmingen laten zich eveneens moeilijk voorspellen. Toegegeven kan worden dat resultaat telt en bij dit tweede onderdeel, is het resultaat duidelijk slecht geweest. Daar kan Polman niet voor weglopen. Aan de andere kant, Polman heeft zijn verdiensten gehad en is zeker niet de meest onsympathieke CEO. Die titel is vooralsnog weggelegd voor Carlos Ghosn, de CEO van de Renault-Nissan-Mitsubishi alliantie wegens de verdenking van financiële malversaties en fiscale fraude. Goed nieuws is dat de accountant (EY) dit al in 2013 gemeld had, maar Nissan heeft dit toen kennelijk recht gepraat. Het gerucht gaat dat de Japanse bedrijven genoeg hadden van een Franse topman die van plan was de alliantie om te smeden tot een conglomeraat onder Franse leiding. Waarschijnlijk hadden de Japanners genoeg van Carlos. (Francis Urquhart uit House of Cards zou zeggen: ‘You might say that I couldn’t possibly comment.’)
Verontwaardigingscultuur en beschuldigingsbewegingen
Wat daarvan zij, dit publieke debat over fiscaliteit gaat niet vanzelf weg. Niets doen is, denk ik, geen optie want de trein van verontwaardiging dendert door en heeft alleen al daardoor politieke betekenis. Genoemde Sloterdijk heeft het over verontwaardigingscultuur en beschuldigingsbewegingen. De populaire mediale cultuur beweegt zich zelden buiten het gezellige, platte amusement, maar als dat het geval is, zoekt het de volkswoede en publieke tribunalen op. Zet ergens een camera op en de impact verveelvoudigt. In Europa lijkt de Franse Revolutie met zijn onafscheidelijke vriend ‘Terreur’ zich iedere keer in meer of minder verdunde vorm te herhalen. Maar: wat doen we eraan? Of is niets doen en zeggen – in combinatie met een zekere gelatenheid – een optie?
Ondergoed: een case
Vooralsnog doet de fiscale beroepsgroep me denken aan het ondergoed van Victoria’s Secret. Victoria Secrets CEO Jane Singer is recent afgetreden, maar ‘Jan was not the problem’, said Randal Konik at Jefferies. ‘The real problem is the Victoria’s Secret brand is not resonating with consumers, its pricing power is gone, its market share is under permanent attack, and the business is over-stored.’ Symptomatisch was dat hun marketingafdeling alleen maar slanke, mooie vrouwen naar voren schoof want dat is – zo menen zij – wat de verbeelding, de fantasie voorschrijft. (Ik keek overigens op hun officiële website en kreeg nul hits op het trefwoord investor relations. Ik zag alleen maar vrouwen, slipjes en bh’s.) Dat Victoria’s Secret zich uitsluitend laat leiden door de mannelijke fantasieën in deze, en dat dat masculiene perspectief minder dominant wordt, heeft men bij Victoria nog niet door. Hier past de constatering die men onterecht voor Polmans Unilever reserveerde: Victoria is de voeling met de maatschappij kwijt en dat blijkt onder andere uit een ineenstortende beurskoers.
Onder goed – boven beter: aandeelhouderswaarde en fair share
In ons vak heeft de neoliberale fantasie van de aandeelhouderswaarde de afgelopen jaren plaatsgemaakt voor een politiek-ethisch discours over fair share en agressieve tax planning. Belastingoptimalisatie is niet langer een vanzelfsprekendheid. Deze verandering is blijvend en onomkeerbaar. Het lijkt mij indachtig Sjoerd Douma’s observaties tijdens zijn oratie voor de UvA dus zaak voor de fiscale wereld om te ‘reflecteren’ en te ‘communiceren’. Maar: stilte alom. Niemand uit ‘onze’ professionele gelederen zit aan een talkshowtafel en legt uit hoe dat technisch zit met liquidatieverliezen. Tegelijkertijd is de schaduwzijde van de om zich heen grijpende transparantie, dat feit, mening en fictie in elkaar gaan lopen. Met andere woorden, wie houdt het debat op niveau? Daar is heden ten dage alleen nog de rechter en – voor het voetbal – de VAR. Het journalistieke alarmisme (term van Sloterdijk) en de commerciële druk bewerkstelligen dat het checken en duiden van de feiten minder en minder belangrijk wordt. In zijn algemeenheid klagen over de pers heeft niet veel zin en is zeker misplaatst als de fiscale sector zelf voortdurend niet thuis geeft in het publieke debat. Het bewerken van (sponsoren of makers) van programma’s heeft zin als het nieuwsitem specifiek-lasterlijke en aantoonbare onjuistheden bevat. Gericht weerwerk leveren heeft wel degelijk zin. De inhoudelijke reactie op het Shell bashen door Fred van Horzen heeft zin; beter nog als die reactie naar een van de deelnemers aan de gewraakte talkshow wordt gestuurd. (Zoals Bram Brinkman van NLFiscaal heeft gedaan.) Mag ik het IBFD en Financiën vragen een populaire versie van hun Shell-rapport in de kranten en op de Follow the money-website te plaatsen?
Over het te leveren weerwerk moet goed worden nagedacht en dat moet tot een plan van actie komen, voor de korte maar met name ook voor de lange termijn. Het is prachtig dat de NOB bijvoorbeeld trainingen verzorgt en ontwerpwetgeving van waardevolle input voorziet, maar waar blijft het communicatieplan? De tijd van achterkamertjes is voorbij – waag u aan de openbaarmaking!
Moed tot waarheid
Nu begrijp ik heel goed dat daar moed voor nodig is. Denker Hannah Arendt sprak in dit verband van het op het spel zetten van leven en persoon in het waagstuk van de openbaarheid. Dit vereist moed en kan het meest bondig worden samengevat in de titel van de laatste collegereeks van de beroemde Franse denker, Michel Foucault hierover: moed tot waarheid.
Dat wordt heden ten dage niet eenvoudiger gemaakt door een mediale biotoop waar – zeker na het Fortuyn-echec – emotie en vluchtigheid heersen. En ... netmanagers die – zo begrijp ik van Gooise ingewijden – ernstige reprimandes uitdelen als bepaalde onderdelen te ingewikkeld zijn (dat wil zeggen onnavolgbaar voor de gemiddelde 8-jarige met twee jaar leerachterstand). Maar toch, een blijvend beroep op geheimhouding zal ons als beroepsgroep niet baten. Prettig is dat we als beroepsgroep niet noodzakelijkerwijs politieke stellingen hoeven te betrekken. Als we de Shell-zaak nemen, dan ligt de belangrijkste taak op het gebied van onderwijs: uitleggen hoe het systeem werkt en wat er gebeurt. En waarom kunnen we een klant uitleggen hoe de liquidatieverliesregeling werkt maar niet een krant? En tot slot: Arendt en Foucault deden hun mond open in tijden die zeker niet minder gevaarlijk en verwarrend waren dan de onze.
Kortom, we moeten met de billen bloot en daar helpt de zachte aansporing van Komrij die (voor schrijvers) schreef:
Blessuretijd en handelsbalanstekorten
In de blessuretijd van deze opinie snel nog even het volgende. Een zaak waar geen enkele talkshow zich aan zal wagen, denk ik, behalve misschien Buitenhof of Tegenlicht. Kevin Hasset – het hoofd van Trump’s Council of Economic Advisors en tax expert – meldt in een podcast dat een deel van het Amerikaanse handelstekort verklaard kan worden uit de transfer pricing policy van Amerikaanse bedrijven onder het ‘oude’ belastingregime. Hij beweert dat Amerikaanse bedrijven structureel hun producten te goedkoop verkochten aan bijvoorbeeld hun Ierse deelnemingen en vervolgens te duur terugkochten. Mede daardoor – zo meent Hasset – ontstond een enorm (kunstmatig) tekort op de Amerikaanse handelsbalans. Grappig is dat die te lage verrekenprijzen binnen een Amerikaanse firma een van de pijlers is geweest voor de zogenoemde infokaprulings in Nederland. (De Nederlandse dochter kreeg onzakelijke overwinst die moest worden geherkwalificeerd als informeel kapitaal.) Is die handelsoorlog met China dan door verkeerde transfer pricing ontstaan?
Ik wens alle lezers een gezegende Kerst: