Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) zijn navorderingsaanslagen IB/PVV 2012 en 2013 opgelegd.

X heeft in hoger beroep, met het overleggen van verklaringen van de huisarts van 2 december 2021 (datering is van na de Rechtbankuitspraak van 16 november 2021), alsnog voldaan aan de op haar rustende bewijslast ten aanzien van de door haar gestelde uitgaven voor extra kleding en beddengoed.

Partijen houdt verdeeld of aan X een proceskostenvergoeding toekomt voor kosten gemaakt in de hogerberoepsfase.

Dat is volgens Hof Amsterdam niet het geval. De noodzaak voor het instellen van hoger beroep, om alsnog aftrek te krijgen van uitgaven in verband met de extra uitgaven aan kleding en beddengoed, welke aftrek uiteindelijk tot gevolg heeft dat beide navorderingsaanslagen worden vernietigd, is uitsluitend ontstaan door de handelwijze van (de gemachtigde van) X. De gemachtigde heeft geen afdoende reden kunnen geven waarom de nader gespecificeerde en voor de voorliggende jaren toereikende verklaringen van de huisarts niet eerder in de procedure zijn opgevraagd bij de huisarts en destijds zijn ingebracht in de procedure.

Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2012-2013
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
14 februari 2023
Rolnummer
21/01852; 21/01853
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2023:498
NLF-nummer
NLF 2023/0577
Aflevering
16 maart 2023

Naar de bovenkant van de pagina