Direct naar content gaan

Samenvatting

De gemeente Nijkerk heeft ter financiering van een nieuw schoolgebouw in 1998 een krediet van fl. 24.994.621 beschikbaar gesteld aan een stichting.
De bouw van de school is in 2001 gestart op grond van de gemeente.
Na fiscaal advies te hebben ingewonnen over een btw-besparende structuur wordt besloten dat de bouwwerkzaamheden rechtstreeks voor rekening en risico van de gemeente komen en dat de Stichting het ‘bouwheerschap’ van de nieuwbouw met terugwerkende kracht aan de gemeente overdraagt.
De aannemers reiken vervolgens creditfacturen uit aan de stichting en brengen soortgelijke bedragen aan de gemeente in rekening.
Daarbij heeft verrekening plaatsgevonden, zodat niet daadwerkelijk geld over en weer is (terug)betaald.
Als de school klaar is, wordt deze aan de stichting geleverd.
De gemeente heeft vervolgens de ter zake van de bouw in rekening gebrachte btw teruggevraagd, maar niet gekregen.
Volgens Hof Den Bosch heeft de inspecteur dit terecht geweigerd omdat er sprake is van misbruik van recht.
De Hoge Raad is het met dit oordeel eens.
Wanneer op zodanig kunstmatige wijze een recht op aftrek van de in rekening gebrachte omzetbelasting wordt beoogd en alsnog bewerkstelligd, moet het verlenen van de aftrek geacht worden in strijd te zijn met het doel en de strekking van de Wet op de omzetbelasting 1968 en de Zesde richtlijn, aldus de Hoge Raad.
Het cassatieberoep van de gemeente wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2002
Instantie
HR
Datum instantie
29 mei 2015
Rolnummer
14/01134
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1353
bwbid=bwbr0&artikel=15,bwbr0002740&artikel=15&lid=4

Naar de bovenkant van de pagina