Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan recyclingbedrijf X (belanghebbende) is na een grootschalig boekenonderzoek onder meer een navorderingsaanslag vpb 2013 opgelegd alsmede bij beschikking een vergrijpboete.

De Inspecteur heeft inzage geboden in het dossier dat alleen digitaal bestaat. X heeft vervolgens om een afschrift van het dossier gevraagd. De Inspecteur heeft hieraan slechts ten dele voldaan. X heeft daarop de voorzieningenrechter verzocht om de Inspecteur te gelasten het volledige dossier beschikbaar te stellen.

Uit de stukken leidt de voorzieningenrechter van Rechtbank Gelderland af dat het digitale dossier 7.822 bestanden en documenten bevat. Tussen partijen staat vast dat alle stukken in het digitale controledossier zaakstukken zijn. Verder is ook niet in geschil dat X heeft verzocht om te worden gehoord over het bezwaar en daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om inzage in de stukken te krijgen als bedoeld in artikel 7:4, lid 2, Awb. De Inspecteur meent echter dat hij het verzoek om een afschrift van het digitale dossier over te leggen kan afwijzen.

De voorzieningenrechter volgt de Inspecteur niet in zijn standpunt. Het recht op het verkrijgen van een afschrift ligt rechtstreeks in het verlengde van het recht op inzage en kan daarvan niet worden onderscheiden. Het recht op inzage wordt in deze zaak uitgehold als geen afschrift van de stukken wordt verstrekt. Voorts heeft een belanghebbende recht op een afschrift van het volledige dossier als een vergrijpboete is opgelegd. Die verplichting ziet in deze zaak op het volledige dossier, omdat de boetes volledig zijn verweven met de opgelegde aanslagen en het boekenonderzoek dat daaraan ten grondslag ligt.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe. De Inspecteur wordt opgedragen om aan X binnen vier weken een (digitaal) afschrift van het digitale dossier ter beschikking te stellen zodat zij de gronden van het bezwaar kan aanvullen. De Rechtbank legt daarbij een dwangsom op omdat de Inspecteur niet heeft kunnen aangeven dat tijdig aan de voorziening voldaan zal worden terwijl hij ook geen duidelijkheid kon geven wat de reden zou kunnen zijn dat dat mogelijk niet zou kunnen. Ook veroordeelt de voorzieningenrechter de Inspecteur in de integrale proceskosten ter hoogte van € 15.000.

De onderhavige procedure staat niet op zichzelf. Aan X en groepsmaatschappijen zijn 33 aanslagen opgelegd naar aanleiding van het onderzoek. De uitkomst van deze voorzieningenprocedure geldt uit efficiency-overwegingen ook voor de andere zaken.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
5 oktober 2021
Rolnummer
21/4055
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:5341
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2021/2213
Aflevering
25 november 2021
Judoreg
NFB4660
bwbr0005537&artikel=5:49,bwbr0005537&artikel=5:49,bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0005537&artikel=7:4,bwbr0005537&artikel=8:81,bwbr0005537&artikel=8:81

Naar de bovenkant van de pagina