Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Deze zaak betreft de vennootschap Malmö Motorrenovering AB en de tijdelijke invoer van een raceauto uit de Verenigde Staten naar Zweden. De vennootschap heeft een vergunning gekregen voor het invoeren van de auto om deze te gebruiken voor races binnen de EU. Een voorwaarde hierbij is dat de auto weer uitgevoerd moest worden voor 30 juli 2019, wat voor het einde van de race-activiteiten ligt. De auto is vervolgens pas op 19 september 2019 uitgevoerd. De douaneautoriteit heeft om deze reden een douaneheffing vastgesteld.

De vennootschap heeft beroep ingesteld.

Op grond van artikel 251, lid 1, DWU stellen de douaneautoriteiten de termijnen vast voor wederuitvoer. Deze termijnen moeten lang genoeg zijn om het doel van het toegestane gebruik te bereiken. Op grond van artikel 251, lid 3, DWU moeten de termijnen met een redelijke duur verlengd kunnen worden, indien de vergunninghouder een gerechtvaardigde aanvraag daartoe indient. De verwijzende rechter is niet zeker hoe lid 3 uitgelegd moet worden, of het alleen van toepassing is als het verzoek om verlenging de termijn van lid 2 overschrijdt, of dat lid 1 en 2 betekenen dat lid 3 nog altijd van toepassing is wanneer het toegestane gebruik niet binnen de reeds toegestane termijn kan plaatsvinden.

Hij heeft hierover een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HvJ
Datum instantie
31 januari 2024
Rolnummer
C-781/23
NLF-nummer
NLF 2024/0385
Aflevering
13 februari 2024
bwbv0001506&artikel=267,bwbv0001506&artikel=267

Naar de bovenkant van de pagina