Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Op basis van artikel 28, lid 3, Verdrag Nederland-België trachten de bevoegde autoriteiten van Nederland en België moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de interpretatie of de toepassing van het Verdrag in onderlinge overeenstemming op te lossen.

Aangezien de coronapandemie een geval van overmacht is en aangezien de maatregelen die genomen zijn als antwoord op de pandemie aanleiding kunnen geven tot grote onzekerheid inzake de fiscale situatie van grensarbeiders, delen de bevoegde autoriteiten van Nederland en België het standpunt dat een akkoord in onderlinge overeenstemming zoals bedoeld in artikel 28, lid 3, Verdrag Nederland-België gewettigd is.

In deze context hebben de bevoegde autoriteiten van Nederland en België overeenstemming bereikt inzake de toepassing, respectievelijk interpretatie, van artikel 15 (niet zelfstandige beroepen) en artikel 18, lid 6 (sociale zekerheidsuitkeringen) van het verdrag.

Impact coronamaatregelen op fiscale en socialeverzekeringsrechtelijke positie grensarbeiders

De coronamaatregelen hebben in grensoverschrijdende arbeidssituaties gevolgen waar menig grensarbeider onrustig van wordt. Jarenlang hebben veel werkgevers al hun medewerkers laten weten dat ze zeer voorzichtig moeten zijn met (thuis)werken in het woonland. Dat kan immers gevolgen hebben voor het land waar men sociaal verzekerd is en/of waar men belasting moet betalen. Ook het Unierecht verbindt gevolgen aan het land waar een werknemer belasting betaalt. Indien immers in het woonland te weinig belast inkomen wordt genoten om in het woonland fiscale faciliteiten te kunnen effectueren, dan is het werkland aan zet om fiscale faciliteiten te verlenen. De Nederlandse kwalificerende buitenlandse belastingplicht is daar een voorbeeld van. Een van de voorwaarden is dat meer dan 90% van het wereldinkomen in Nederland belast moet zijn. Dus als bijvoorbeeld een grensarbeider die in België woont meer dan 10% van zijn tijd thuis werkt, zal snel niet meer aan de 90%-voorwaarde zijn voldaan. Hij valt dan terug op de Belgische fiscale faciliteiten. Er ontstaat een salary split. Een deel van het inkomen is in Nederland belast en een deel in België. Afhankelijk van de situatie, tarieven, wijze van voorkoming van dubbele belasting enz. is dat financieel voordelig of nadelig. Het zal duidelijk zijn dat de coronamaatregelen die leiden tot verblijf en werken in het woonland de financiële planning op zijn kop kunnen zetten.

Om al te nadelige gevolgen te voorkomen, heeft Nederland met België afspraken gemaakt, gebaseerd op de regeling voor onderling overleg in artikel 28, lid 3, Verdrag Nederland-België. De afspraken zien op de toepassing respectievelijk interpretatie van artikel 15 (niet zelfstandige arbeid) en artikel 18 (pensioenartikel). De afspraken lijken sterk op de eerder gemaakte afspraken met Duitsland (Stcrt. 2020, 21381) en zijn in lijn met de analyse en voorstellen van de OESO van 3 april 2020 (NLF 2020/1074, met noot van ondergetekende).

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
8 mei 2020 e.v.
Instantie
MvF
Datum instantie
7 mei 2020
Rolnummer
25 956
Auteur(s)
Carlo Douven
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2020/1178
Aflevering
21 mei 2020
Judoreg
NFB3283
bwbv0001563&artikel=15,bwbv0001563&artikel=15,bwbv0001563&artikel=18,bwbv0001563&artikel=18

Naar de bovenkant van de pagina