Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Voor Hof Den Haag was, evenals voor Rechtbank Den Haag, onder andere in geschil of vof X recht heeft op een dwangsom en op een vergoeding van de (werkelijke) kosten van de bezwaarfase.
In navolging van de Rechtbank oordeelde het Hof dat geen sprake is geweest van het herroepen van een besluit door de Inspecteur wegens een aan hem te wijten onrechtmatigheid, en dat vof X daarom geen aanspraak kan maken op de verzochte kostenvergoeding.
Op het cassatieberoep van vof X oordeelt de Hoge Raad dat het Hof bij zijn oordeel van een onjuiste rechtsopvatting is uitgegaan.
In het onderhavige geval heeft vof X zich bij de afdracht op aangifte geschikt naar een in een brief neergelegde eis van de Inspecteur en heeft de Inspecteur het bezwaar gehonoreerd zonder in te gaan op de gronden van dat bezwaar.
Onder deze omstandigheden moet ervan worden uitgegaan dat sprake is van een aan de Inspecteur te wijten onrechtmatigheid in de zin van artikel 7:15, lid 2, Awb, aldus de Hoge Raad.
De door vof x gemaakte kosten worden alsnog vergoed met toepassing van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013
Instantie
HR
Datum instantie
10 juni 2016
Rolnummer
15/02941
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:1127
bwbr0005537&artikel=7:15&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina