Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze conclusie van A-G Koopman gaat het over de WOZ-waardering van een winningslocatie voor gas uit het Groningen-veld. In de eerste plaats komt de vraag aan de orde of, en zo ja hoe, bij die WOZ-waardering rekening moet worden gehouden met de verplichting de locatie te ontmantelen en schoon op te leveren bij het einde van de gaswinning. De aan zo’n verplichting verbonden abandonneringskosten – ook wel decommissioning costs genoemd – kunnen aanzienlijk zijn. Verder komen in deze zaak vragen aan de orde over de bewijslastverdeling bij toepassing van het Oostflakkee-arrest in hoger beroep en over de invloed die uitgezonderde objecten hebben op de wegens veroudering toe te passen correcties op de vervangingswaarde van opstallen.

De A-G concludeert ten aanzien van de abandonneringskosten dat deze kosten geen invloed hebben op de waarde van de winningslocatie. De verplichting tot het ontmantelen en schoon opleveren van de locatie rust uit hoofde van de concessie op de houder ervan en niet op de eigenaar van de onroerende zaak als zodanig.

De A-G concludeert met betrekking tot de bewijslast dat de bijzondere bewijsregels die zijn neergelegd in het arrest Oostflakkee niet zien op de vaststelling van de objectkenmerken van de te waarderen onroerende zaak, maar uitsluitend op het waardeoordeel – uitgedrukt in euro’s – dat aan die vastgestelde feiten moet worden verbonden. Verder is de A-G van mening dat er geen beletsel bestaat de bewijsregels uit het arrest Oostflakkee ook toe te passen in hoger beroep. De partij die geen hoger beroep heeft ingesteld, wordt dan geacht de door de Rechtbank vastgestelde of gehandhaafde waarde te verdedigen.

De werktuigenuitzondering laat volgens de A-G niet toe dat een eigenschap van het werktuig (namelijk de mate van veroudering ervan) in aanmerking wordt genomen bij de bepaling van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Dit geldt ook bij vaststelling van de gecorrigeerde vervangingswaarde. Een consistente toepassing van de werktuigenuitzondering vergt dat de mate van veroudering van de uitgezonderde werktuigen buiten beschouwing wordt gelaten bij de vaststelling van de correcties wegens technische en functionele veroudering van de opstallen.

De A-G komt tot de conclusie dat het cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen gegrond is.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2016
Instantie
A-G
Datum instantie
8 december 2023
Rolnummer
22/02212
ECLI
ECLI:NL:PHR:2023:1119
NLF-nummer
NLF 2024/0019
Aflevering
2 januari 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6170
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina