Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft beroep (ongegrond) en hoger beroep ingesteld inzake de aan hem opgelegde aanslag IB/PVV 2015. Hij heeft daags voor de mondelinge behandeling van het hoger beroep op 12 juni 2020 bij (de griffier van) Hof Den Haag verzocht om uitstel van het onderzoek ter zitting. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat hij de aangetekende zending van de uitnodiging voor de zitting niet heeft ontvangen, noch een afhaalbericht daarvan. Hij heeft de uitnodiging voor de zitting pas op 11 juni 2020 bij gewone post ontvangen zodat hij zich onvoldoende op die zitting kan voorbereiden.

Hof Den Haag heeft het verzoek van X om uitstel van de zitting afgewezen en heeft het hoger beroep ongegrond verklaard.

In cassatie klaagt X dat het Hof het uitstelverzoek ten onrechte heeft afgewezen.

Het Hof heeft zich niet uitgelaten over de juistheid van het hiervoor vermelde betoog van X. Indien dat betoog juist is, dient het verzoek om uitstel van de zitting als tijdig te worden aangemerkt, oordeelt de Hoge Raad. In dat geval ligt er voorts een gewichtige reden ten grondslag aan het betoog van X dat hij zich niet of onvoldoende op het onderzoek ter zitting heeft kunnen voorbereiden. Over dat betoog heeft het Hof zich evenmin uitgelaten.

Het Hof heeft verder onder meer ten onrechte niet gemotiveerd waarom aan de voortgang van de zaak meer gewicht toekomt dan aan de door X aangevoerde redenen voor uitstel van het onderzoek ter zitting.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep gegrond. De zaak wordt verwezen naar Hof Amsterdam.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2015
Instantie
HR
Datum instantie
17 september 2021
Rolnummer
20/02461
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1334
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2021/1800
Aflevering
23 september 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4549
bwbr0005537&artikel=7:10,bwbr0005537&artikel=7:10,bwbr0005537&artikel=8:56,bwbr0005537&artikel=8:56,bwbr0005537&artikel=8:60,bwbr0005537&artikel=8:60

Naar de bovenkant van de pagina