Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn echtgenote drijven gezamenlijk een onderneming in vof-verband. De vof exploiteert een congrescentrum.

Na een boekenonderzoek heeft de Inspecteur correcties aangebracht ten aanzien van in aftrek gebrachte schoonmaakkosten, vakbondscontributie en de resultaatverdeling (jaren 2014-2016). Verder is naar aanleiding van het boekenonderzoek een correctie aangebracht voor de kosten voor het levensonderhoud van de heer C (€ 5.500 per jaar) die in de aangiften van X zijn opgevoerd als kosten voor alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen.

Ter zitting van Hof Den Bosch heeft de Inspecteur verklaard dat de correctie voor de schoonmaakkosten komt te vervallen. De overige correcties zijn volgens het Hof terecht aangebracht.

De stelling dat de Inspecteur niet beschikt over een nieuw feit om ten aanzien van de ‘onderhoudsverplichting’ na te vorderen slaagt niet. De bevindingen uit het boekenonderzoek vormen een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. Er is ook geen sprake van gewekt vertrouwen, aldus het Hof.

De Hoge Raad heeft op 12 april 2024 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014-2016
Instantie
HR
Datum instantie
12 april 2024
Rolnummer
23/02535
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:577
NLF-nummer
NLF 2024/0980
Aflevering
23 april 2024
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina