Direct naar content gaan

Samenvatting

Een zelfstandig juriste (X; belanghebbende) heeft op 12 december 2011 6 x 5 kilo zilverbaren gekocht voor € 24.509,34. Zij heeft verzocht om teruggaaf van de hierbij in rekening gebrachte omzetbelasting.

Hof Amsterdam oordeelde evenals Rechtbank Noord-Holland dat de Inspecteur de teruggaaf terecht heeft geweigerd. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij met de aankoop van het zilver heeft beoogd duurzaam economische activiteiten te verrichten. Het bezit van het zilver levert voorts als zodanig geen inkomsten op. Slechts verkoop van het zilver met winst kan rendement opleveren. Deze opbrengst heeft niet het vereiste duurzame karakter. De aankoop kan volgens het Hof ook niet worden gezien als een verlengstuk van de juridische dienstverlening.

X betoogt in cassatie dat het Hof heeft miskend dat uit HvJ 13 juni 2013, C‑62/12, ECLI:EU:C:2013:391 (het arrest Kostov) volgt dat tot de economische activiteit van een belastingplichtige behoort elke incidenteel verrichte handeling onder bezwarende titel, en dat dit ook geldt wanneer zij op enig moment het zilver verkoopt. Hieruit volgt volgens X dat zij op de voet van artikel 15 Wet OB 1968 recht heeft op aftrek van de haar ter zake van de levering van het zilver in rekening gebrachte omzetbelasting.

De Hoge Raad oordeelt echter dat uit het arrest Kostov niet kan worden afgeleid dat een btw-plichtige natuurlijke persoon zoals X zonder meer elke incidentele handeling onder bezwarende titel verricht in de hoedanigheid van ondernemer. In het arrest Kostov verklaarde het HvJ voor recht dat een natuurlijke persoon die voor zijn activiteiten als zelfstandig gerechtsdeurwaarder reeds is onderworpen aan de btw, ook voor elke andere economische activiteit, die hij incidenteel verricht, als ‘belastingplichtige’ moet worden aangemerkt, mits deze activiteit een activiteit is in de zin van artikel 9, lid 1, tweede alinea, Btw-richtlijn. In deze tweede alinea worden als economische activiteit aangewezen alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije of daarmee gelijkgestelde beroepen, alsmede de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen.

Het is buiten redelijke twijfel dat enkel het incidenteel aankopen van baren zilver om deze op enig moment te verkopen niet een in artikel 9, lid 1, tweede alinea, Btw-richtlijn bedoelde werkzaamheid of exploitatie van een lichamelijke zaak vormt, aldus de Hoge Raad.

Economische activiteit

Het begrip ‘economische activiteit’ is het meest elementaire begrip in de Unierechtelijke btw. Het onderscheidt belastingplichtigen van niet-belastingplichtigen en geeft toegang tot het doorgaans felbegeerde recht op aftrek van voorbelasting. Het omlijnen van het begrip blijkt echter een ingewikkelde aangelegenheid. Het onderhavige arrest is daar een mooi voorbeeld van. De zaak betreft de vraag of de incidentele aankoop van zilverbaren met het oog op de latere verkoop daarvan door een persoon die reeds uit anderen hoofde belastingplichtige is voor de btw (en dus een economische activiteit verricht), tot de economische activiteit van die persoon behoort en als zodanig recht geeft op aftrek van de voorbelasting die met de aankoop gemoeid is.

Op basis van artikel 9, lid 1, Btw-richtlijn worden als economische activiteiten beschouwd ‘alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije of daarmee gelijkgestelde beroepen. Als economische activiteit wordt in het bijzonder beschouwd de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen.’ Uit de jurisprudentie van het HvJ blijkt dat het begrip ‘economische activiteit’ een zeer ruime draagwijdte heeft. 

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
HR
Datum instantie
24 november 2017
Rolnummer
16/00961
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:2983
Auteur(s)
prof. dr. S.B. Cornielje
PwC/Tilburg University
NLF-nummer
NLF 2017/2865
Aflevering
7 december 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB991
bwbr0002629&artikel=7,bwbr0002629&artikel=7&lid=1,bwbr0002629&artikel=7&lid=2,bwbr0002629&artikel=7,bwbr0002629&artikel=15&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina