Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In 1999 vroeg de gemeente Heel fl. 102,30 voor een paspoort. De heffing was gebaseerd op de Legesverordening 1995. In deze verordening wordt een groot aantal leges geregeld (zoals bouwvergunningen, paspoorten, rijbewijzen, akten burgerlijke stand etc.). Het totaal van de geraamde lasten is hoger dan het totaal van de geraamde opbrengsten. De geraamde opbrengsten van het verstrekken van paspoorten en rijbewijzen zijn echter hoger dan de geraamde lasten.
Nu staat in artikel 229b, lid 1 van de Gemeentewet, dat de tarieven zodanig moeten worden vastgesteld dat de geraamde leges-opbrengsten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten.
In geschil is of dit artikel betrekking heeft op de totale legesverordening (Heel) of op de afzonderlijke diensten (inwoner van Heel). De Hoge Raad beslist met het Hof dat moet worden gekeken naar de totaal geraamde opbrengsten en kosten. Daarbij is het niet van belang of de geraamde opbrengst van een afzonderlijke heffing voor een dienst al dan niet uitgaat boven de geraamde kosten voor het verlenen van deze dienst.
Wel moeten gemeenten op een controleerbare wijze vastleggen welke uitgaven zij in welke mate door elk van de heffingen in een verordening beoogt te dekken. Dit moet met name om toetsing van een bepaalde heffing aan algemene rechtsbeginselen (zoals willekeurige tarieven) mogelijk te maken. Dit was in cassatie echter niet aan de orde gesteld. Het cassatieberoep van de inwoner van Heel wordt verworpen.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
1999
Instantie
HR
Datum instantie
4 februari 2005
Rolnummer
38.860
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AP1951
ECLI:NL:PHR:2005:AP1951

Naar de bovenkant van de pagina