Direct naar content gaan

Samenvatting

Een man met de Portugese nationaliteit heeft op 2 maart 2011 een arbeidsovereenkomst gesloten bij een in Eindhoven gevestigde werkgever. Hij is op 27 april 2011 vanuit Portugal naar Nederland geëmigreerd en op 1 mei 2011 bij de werkgever in dienst getreden.
De man voldoet niet aan de deskundigheidseis voor toepassing van de 30%-regeling zoals die gold in 2011.
Met ingang van 1 januari 2012 is echter – in artikel 10eb UBLB - een nieuwe norm geïntroduceerd.
De man voldoet wel aan de nieuwe norm voor specifieke deskundigheid.
Volgens de man heeft de inspecteur daarom zijn in 2013 ingediend verzoek om toepassing van de regeling ten onrechte afgewezen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant was het niet met de man eens.
Het door de man ingediende (sprong)cassatieberoep wordt ongegrond verklaard.
Of de betrokken werknemer over de vereiste specifieke deskundigheid beschikt moet beoordeeld worden aan de hand van de op dat moment geldende wettelijke voorschriften, ook in het geval dat het verzoek tot toepassing van de 30%-bewijsregel later wordt gedaan en de regelgeving inmiddels is gewijzigd, aldus de Hoge Raad.
In het onderhavige geval moet derhalve aan de hand van de regeling-2011 worden getoetst of de man over de vereiste specifieke deskundigheid beschikt.
De Hoge Raad merkt nog op dat de voortdurende toetsing aan de deskundigheidseis voor toepassing van artikel 10ee UBLB plaats vindt aan de hand van de wettelijke voorschriften die gelden op het moment waarop de deskundigheid nog steeds aanwezig moet zijn, behoudens voor zover daarop een uitzondering is gemaakt.
Conform A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
HR
Datum instantie
19 juni 2015
Rolnummer
14/01755
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1670
bwbid=bwbr0&artikel=10eb,bwbid=bwbr0&artikel=10ee,bwbr0002471&artikel=31a&lid=8

Naar de bovenkant van de pagina