Samenvatting
De Pijler 2-regels bewerkstelligen een minimumheffing van 15% over het inkomen van de grotere concerns, ongeacht waar deze opereren. Nadat in het eerste deel van het tweeluik is vastgesteld dat en langs welke contouren Pijler 2-heffingen conceptueel kunnen interacteren met onderworpenheidstoetsen uit de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt in dit tweede deel ingegaan op de concrete interactie per onderworpenheidstoets.
NLF-W artikel
bwbr0002672~artikel_8ba,bwbr0002672~artikel_8bb,bwbr0002672~artikel_8bc,bwbr0002672~artikel_8bd,bwbr0002672~artikel_9~lid_1,bwbr0002672~artikel_10a,bwbr0002672~artikel_12aa,bwbr0002672~artikel_12ag,bwbr0002672~artikel_13,bwbr0002672~artikel_13aa,bwbr0002672~artikel_13ab,bwbr0002672~artikel_15g,bwbr0002672~artikel_15h,bwbr0002672~artikel_35