Direct naar content gaan

Samenvatting

Een zekere D. Lipjes uit Terneuzen had in 1996 en 1997 beroepshalve tweemaal bemiddeld bij de verkoop van een in Frankrijk gelegen jacht van een in Frankrijk wonende particulier aan een Nederlandse particulier. De jachten waren vervolgens in opdracht en voor rekening van de kopers naar Nederland gebracht.
Lipjes had ter zake van zijn honorarium noch in Frankrijk noch in Nederland OB afgedragen en had daarvoor een naheffingsaanslag gekregen.
De Hoge Raad beslist - na een prejudiciële beslissing van het Europese Hof van Justitie van 27 mei 2004, nr. C-68/03 - dat de in geding zijnde bemiddelingsdiensten moeten worden geacht in Nederland te hebben plaatsgevonden. Lipjes heeft dus terecht een naheffingsaanslag ontvangen, aldus de Hoge Raad. Het cassatieberoep van de Staatssecretaris wordt gegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1 mei 1996 t/m 31 december 1997
Instantie
HR
Datum instantie
7 oktober 2005
Rolnummer
36.740
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AT5488
ECLI:NL:PHR:2005:AT5488
entrynotfoundinindex,bwbr0002629&artikel=6a

Naar de bovenkant van de pagina