Direct naar content gaan

Samenvatting

Een man heeft in maart 2002 een gebouw gekocht, bestaande uit negen afzonderlijke woningen met schuurtjes en grond voor een bedrag van 297.230 euro. De verkoopprijs is bepaald op basis van de in totaal ontvangen huur en de staat van onderhoud van de woningen. De WOZ-waarde van het gebouw bedroeg op waardepeildatum 1 januari 1999 445.612 euro.
In september 2002 is de onroerende zaak bij notariële akte gesplitst in appartementsrechten. Vóór de aankoop van het gebouw wist de man al dat een deel van de bewoners het door hun gehuurde appartement zouden willen kopen. De toenmalige eigenaar van het gebouw wilde echter niet meewerken aan de verkoop van de woningen.
In de loop van 2002 en 2003 heeft de man de appartementsrechten van een drietal woningen verkocht. In zijn aangifte inkomstenbelasting heeft hij het gebouw aangegeven in box 3. De inspecteur heeft de boekwinst van de in 2002 verkochte appartementen ten bedrage van 83.153 euro echter aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden en als zodanig in de aanslag begrepen.
Tegen deze aanslag heeft de man bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard en de aanslag gehandhaafd.
Anders dan de Rechtbank heeft het Hof de inspecteur in het gelijk gesteld; reeds vóór het moment van de aankoop van de onroerende zaak was de man ermee bekend dat een deel van de bewoners het op dat moment door hen gehuurde appartement zou willen kopen. In dat geval kon de man door de verkoop van de losse appartementen winst genereren, wat volgens het Hof kan worden ontleend aan het verschil tussen de aankoopprijs en de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Derhalve is het volgens het Hof aannemelijk dat het door de man behaalde voordeel met de verkoop van de appartementen was beoogd en redelijkerwijs was te verwachten.
Tegen dit oordeel heeft de man cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof zijn oordeel onvoldoende heeft gemotiveerd. De zaak is verwezen. Anders A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2002
Instantie
HR
Datum instantie
24 december 2010
Rolnummer
09/02964
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BM9252
ECLI:NL:PHR:2010:BM9252
bwbr0002672&artikel=28&lid=2,bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.91&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina