Direct naar content gaan

Samenvatting

De onderhavige civiele zaak betreft een vordering van de Staat in kort geding, ertoe strekkende dat X en Y worden veroordeeld op de voet van artikel 47, lid 1, AWR informatie over de door hen bij KB-Lux aangehouden bankrekening te verstrekken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom. Zowel de voorzieningenrechter als Hof Arnhem-Leeuwarden hebben de vordering van de Staat (gedeeltelijk) toegewezen.

In cassatie wordt er onder meer over geklaagd dat het Hof heeft miskend dat de Belastingdienst in verband met beginselen van behoorlijk bestuur de gevraagde gegevens na zeven jaar niet meer van hen mag opvragen.

De Hoge Raad stelt voorop dat artikel 52, lid 4, AWR administratieplichtigen verplicht hun administratie gedurende zeven jaar te bewaren. Deze verplichting is in beleidsregels aldus vormgegeven, dat deze bewaarplicht van zeven jaren geldt voor de onderdelen grootboek, debiteuren- en crediteurenadministratie, loonadministratie en voorraadadministratie, en dat de administratieplichtige voor overige gegevensdragers met de Belastingdienst afspraken kan maken voor een kortere bewaartijd. In de onderhavige zaak moet worden aangenomen dat de Belastingdienst tevens publiekelijk heeft bekendgemaakt dat de ‘basisgegevens’ – waarmee klaarblijkelijk wordt gedoeld op grootboek, debiteuren- en crediteurenadministratie, loonadministratie en voorraadadministratie – na de termijn van zeven jaar niet meer zullen worden opgevraagd. Artikel 47 AWR en artikel 52 AWR bevatten van elkaar te onderscheiden verplichtingen, oordeelt de Hoge Raad. Artikel 47 AWR verplicht tot het – desgevraagd – verstrekken van gegevens en inlichtingen. Deze verplichting geldt voor alle (vermoedelijk) belastingplichtigen en is niet aan een termijn gebonden. Voor zover administratieplichtigen vertrouwen kunnen ontlenen aan de hiervoor bedoelde mededelingen van de Belastingdienst, hangt dat vertrouwen samen met de uit hoofde van artikel 52 AWR op hen rustende verplichting tot het voeren en bewaren van een administratie, en betreft het alleen de hiervoor bedoelde onderdelen van de administratie (grootboek, debiteuren- en crediteurenadministratie, loonadministratie en voorraadadministratie).

Het cassatieberoep wordt op alle onderdelen verworpen.

Inleiding

Zoals in de samenvatting is te lezen laat de civiele kamer van de Hoge Raad zich in dit arrest onder andere uit over de verhouding tussen de fiscale inlichtingenplicht (artikel 47 AWR) en de bewaarplicht voor administratieplichtigen (artikel 52 AWR). De Inspecteur heeft op straffe van een dwangsom verstrekking van informatie gevorderd van voormalig rekeninghouders van de Luxemburgse KB-Lux. Uit de inmiddels over in elk geval de jaren 1993 en 1995 beslechte fiscale casus blijkt het te gaan om een bedrag van zo’n ƒ 65.000 dat in voornoemde jaren op een rekening bij de KB-Lux stond. Er is onvoldoende reden om ervan uit te gaan dat het er voordien stond en nadien is blijven staan. Ook is er onvoldoende concreet bewijs voor de veronderstelling dat een aantal buitenlandse bankrekeningen bestond. Dat lijkt niet iets dat de gemoederen in 2017 nog bezig zou moeten houden. Kennelijk toch.

Het desgevraagd verstrekken van gegevens en inlichtingen

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Instantie
HR
Datum instantie
9 juni 2017
Rolnummer
16/00303
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1046
Auteur(s)
mr. B.J.G.L. Jaeger
Jaeger Advocaten-belastingkundigen
NLF-nummer
NLF 2017/1563
Aflevering
6 juli 2017
Judoregnummer
JCDI:NFB561
bwbr0002320&artikel=47,bwbr0002320&artikel=47,bwbr0002320&artikel=52,bwbr0002320&artikel=52

Naar de bovenkant van de pagina