Direct naar content gaan

Samenvatting

P GmbH (hierna: P) is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Oostenrijks recht. Zij exploiteert een binnenspeeltuin. In 2019 heeft zij de toegangsgelden voor de binnenspeeltuin (vergoeding voor haar diensten) onderworpen aan het Oostenrijkse btw-tarief van 20%. Telkens wanneer haar klanten de vergoeding betaalden, reikte zij een factuur (kassabon) uit die was aan te merken als een ‘factuur voor een klein bedrag’ als bedoeld in par. 11, lid 6, van de Oostenrijkse btw-wet (een vereenvoudigde factuur overeenkomstig artikel 238 Btw-richtlijn). Vervolgens corrigeerde P haar btw-aangifte omdat op de toegangsgelden het verlaagde belastingtarief van 13% moet worden toegepast.

Bij besluit van 18 januari 2021 heeft het Finanzamt de btw voor 2019 vastgesteld. In de motivering wordt aangevoerd dat P over de inkomsten uit de toegang tot binnenspeeltuinen 20% belasting heeft berekend. De btw is vermeld op de kassabonnen. Een latere correctie van het btw-tarief van 20% voor 2019 is niet toegestaan omdat de facturen niet konden worden gecorrigeerd en de uit het btw-verschil voortvloeiende creditnota’s niet naar de klanten van de onderneming konden worden doorgezonden. Op basis van de factuur en ook op grond van ongerechtvaardigde verrijking moet derhalve 20% btw worden geheven.

Het Verwaltungsgerichtshof vraagt zich af of het standpunt van het Finanzamt juist is en heeft hierover aan het HvJ prejudiciële vragen gesteld.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
HvJ
Datum instantie
2 februari 2024
Rolnummer
C-794/23
NLF-nummer
NLF 2024/0376
Aflevering
13 februari 2024
bwbv0001506&artikel=267,bwbv0001506&artikel=267,celex32006l0112&artikel=203,celex32006l0112&artikel=203,celex32006l0112&artikel=238,celex32006l0112&artikel=238

Naar de bovenkant van de pagina