Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie(23)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Hornbach-Baumarkt AG (Hornbach) heeft schriftelijke garantieverklaringen verstrekt aan banken en crediteuren, waarin zij heeft gegarandeerd dat aan de verplichtingen van enige van haar buitenlandse dochterondernemingen zou worden voldaan. Zij heeft van de dochterondernemingen geen vergoeding ontvangen voor de schriftelijke garantieverklaringen.

Na een belastingaanslag heeft het Finanzamt Landau (de belastingdienst) geoordeeld dat de schriftelijke garantieverklaringen niet op zakelijke voorwaarden waren verstrekt. De belastingdienst heeft de vennootschapsbelasting van Hornbach verhoogd om uitdrukking te geven aan de fictieve vergoeding die volgens de belastingdienst normaliter door een onafhankelijke derde aan Hornbach zou zijn betaald als vergoeding voor de schriftelijke garantieverklaringen.

Hornbach heeft beroep ingesteld tegen de belastingaanslag. Zij stelt dat de Duitse wetgeving waarin wordt bepaald dat de bijstelling van de belastingheffing over transacties tussen verbonden vennootschappen moet voldoen aan zakelijke voorwaarden de verdragsbepalingen van de Europese Unie betreffende de vrijheid van vestiging schendt. De regel voorziet met name alleen in de aanpassing van de belastingheffing wanneer er buitenlandse vennootschappen bij zijn betrokken. De regel staat belastingplichtigen bovendien niet toe om een rechtvaardiging aan te voeren voor transacties die niet op zakelijke voorwaarden zijn verricht.

In dat verband heeft het Finanzgericht Rheinland-Pfalz (belastingrechter van de deelstaat Rijnland-Palts, Duitsland) aan het Hof van Justitie (HvJ) de prejudiciële vraag voorgelegd of de krachtens Duits recht toepasselijke bepaling verenigbaar is met het VWEU.

A-G Bobek concludeert dat artikel 49 VWEU (vrijheid van vestiging) zich niet verzet tegen de Duitse regeling, zelfs wanneer een dergelijke correctie niet wordt toegepast voor inkomsten uit handelsrelaties met een ingezeten vennootschap en in deze regeling niet is voorzien in de mogelijkheid voor de ingezeten belastingplichtige om te bewijzen dat de voorwaarden zijn overeengekomen om commerciële redenen die voortvloeien uit zijn aandeelhoudersband met de in de andere lidstaat gevestigde vennootschap.

Feiten en Duitse wetgeving

De in Duitsland gevestigde vennootschap Hornbach Baumarkt AG heeft om niet garanties verstrekt aan crediteuren ten gunste van haar in Nederland gevestigde dochtervennootschappen. De Duitse fiscus heeft een transferpricingcorrectie opgelegd, op grond waarvan Hornbach een fictieve garantievergoeding in aanmerking moet nemen. Hornbach betoogt dat het opleggen van een dergelijke correctie in strijd is met de vrijheid van vestiging ex artikel 49 VWEU, omdat dit op grond van de Duitse wetgeving niet gebeurt in een binnenlandse situatie.

Fundamentele vragen

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2003
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
14 december 2017
Rolnummer
C‑382/16
ECLI
ECLI:EU:C:2017:974
Auteur(s)
mr. I.M. de Groot
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2018/0024
Aflevering
4 januari 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1067
bwbr-vweu &&artikel=49,bwbr-vweu &&artikel=49,bwbr-vweu &&artikel=54,bwbr-vweu &&artikel=54

Naar de bovenkant van de pagina