Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Deze zaak gaat over een jonge man met een uitkering op grond van de Wajong. Eind 2019 besluit het UWV de Wajong-uitkering over een tweetal periodes in 2016-2017 en 2018 tot een bedrag van € 14.403,66 te herzien en van hem terug te vorderen. In deze periodes heeft betrokkene gestudeerd of gewerkt, waardoor zijn uitkering op een lager bedrag had moeten zijn vastgesteld. In hoger beroep staat vast dat betrokkene het UWV niet tijdig alle benodigde informatie heeft verstrekt die van belang is voor de omvang van zijn recht op uitkering. Dit wordt hem echter niet aangerekend, omdat UWV Werkbedrijf wel contact heeft gehad met de moeder van betrokkene en zij wel informatie heeft verstrekt. Deze informatie is vervolgens niet adequaat verwerkt door het UWV. De beleidsregels van het UWV voorzien niet in de mogelijkheid om in een dergelijke situatie geheel of gedeeltelijk af te zien van herziening en/of terugvordering.

Door de president van de CRvB is aan A-G De Bock de vraag voorgelegd welke betekenis bij de beoordeling van een herzienings- en/of terugvorderingsbesluit in het systeem van de Wet boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid (Wet BMT) toekomt aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Kunnen deze beginselen eraan in de weg staan dat een uitkering (volledig) wordt herzien en/of teruggevorderd in een situatie dat die herziening en terugvordering herzien (mede) het gevolg is van een handelen of nalaten van het bestuursorgaan? Volgens de A-G is dat het geval (Conclusie van 10 november 2023, 21/2685, ECLI:NL:CRVB:2023:2086).

In deze tussenuitspraak na de conclusie oordeelt de CRvB dat het begrip dringende reden voortaan ruimer dient te worden uitgelegd, waarbij betekenis toekomt aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Niet alleen moet rekening worden gehouden met de gevolgen van de herziening en terugvordering, maar ook met de oorzaak daarvan. Het UWV is verplicht een belangenafweging te maken waarvan de uitkomst niet onevenredig mag zijn. Uitgangspunt hierbij is een intensieve toetsing door de bestuursrechter.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Sociale verzekeringen
Belastingtijdvak
2016 t/m 2018
Instantie
CRvB
Datum instantie
18 april 2024
Rolnummer
21/2685
ECLI
ECLI:NL:CRVB:2024:726
Auteur(s)
mr. F.W. Wiggers
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2024/1079
Aflevering
7 mei 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6378

Naar de bovenkant van de pagina