Direct naar content gaan

Samenvatting

Bij zijn overlijden in 2016 woonde A in Duitsland. Hij liet aan zijn zoon, BA, die eveneens in Duitsland woonde, een aandeel na in een in Canada gelegen voor bewoning verhuurd onroerend goed.

BA heeft het legaat aanvaard en heeft verzocht om het onroerend goed in Canada overeenkomstig de Duitse wet houdende hervorming van het erfbelastingrecht en de waarderingsregels, slechts voor 90% van de waarde ervan aan belasting te onderwerpen. Het Finanzamt (belastingdienst) heeft dat verzoek afgewezen.

Het Finanzgericht heeft aan het HvJ gevraagd of artikel 63, 64 en 65 VWEU aan de Duitse regeling in de weg staan.

Het HvJ beantwoordt de vraag bevestigend.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
2016
Instantie
HvJ
Datum instantie
12 oktober 2023
Rolnummer
C-670/21
ECLI
ECLI:EU:C:2023:763
Auteur(s)
mr. M. de L. Monteiro
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/2397
Aflevering
26 oktober 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6049
bwbr0002226&artikel=1,bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=64,bwbv0001506&artikel=65,bwbr0002226&artikel=1,bwbv0001506&artikel=63,bwbv0001506&artikel=64,bwbv0001506&artikel=65

Naar de bovenkant van de pagina