Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(15)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De inspecteur heeft de WOZ- waarde van een woning op 222.000 euro vastgesteld, terwijl de eigenaresse een hogere waarde bepleit. Het Hof oordeelt dat de Rechtbank het bezwaar van de vrouw terecht alsnog niet-ontvankelijk heeft verklaard. De inspecteur kon in bezwaar de waarde van de bestreden beschikking slechts handhaven of verminderen, maar niet verhogen. Ook in (hoger) beroep is het hoger vaststellen dan de bij beschikking vastgestelde waarde van de woning niet mogelijk. De vrouw wordt hiermee niet in haar belangen geschaad, aldus het Hof. Of de waarde van de woning hoger is dan in de beschikking is vermeld staat los van een eventuele overwaarde die ze zou willen benutten bij veronderstellenderwijs een voorgenomen verkoop van de woning dan wel het bij een bank opnemen van een lening om de overwaarde van de woning voor consumptieve doeleinden vrij te maken. Het leidt ook niet tot problemen ter zake van heffing van inkomstenbelasting of de heffing van waterschapslasten.

De Hoge Raad heeft op 07-10-2011 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar art 81 Wet RO (rolnummer 11/00401)

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2009
Instantie
Hof Den Haag
Datum instantie
17 december 2010
Rolnummer
10/00325
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2011:BP0105
bwbid=bwbr0&artikel=8:69

Naar de bovenkant van de pagina