Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in 2011 in privé een bouwkavel gekocht. Zij drijft op dat moment een onderneming in een bv. Rond april 2013 wordt gestart met de bouw van de woning. Op 15 mei 2013 wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 een vof opgericht. Firmanten van de vof zijn X en de bv. De gehele woning (in aanbouw) wordt aangemerkt als buitenvennootschappelijk vermogen. De vof is op 31 december 2014 opgeheven.

X heeft in de aangifte IB/PVV 2014 een boekverlies van € 262.028 ter zake van de woning aangegeven. Dit wordt veroorzaakt door de waardedruk bewoond.

In geschil is of de Inspecteur het boekverlies bij de aanslag terecht niet in aanmerking heeft genomen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat door de deelname van X in de vof sprake is van een bron van inkomen. X mocht de woning voorts tot haar ondernemingsvermogen rekenen.

De Inspecteur stelt dan dat sprake is van fraus legis, te weten het voor korte tijd bewust creëren van een IB-onderneming, en daarmee een ondernemingsvermogen, om dan vervolgens door de sfeerovergang als gevolg van de staking van die onderneming een boekverlies te creëren.

Het leerstuk van fraus legis kan worden toegepast indien:

  1. het handelen van een belastingplichtige uitsluitend of overwegend is ingegeven door belastingverijdelende motieven (het motiefvereiste); en
  2. daarmee in strijd met doel en strekking van de wet wordt gekomen (het normvereiste).

Het Hof acht door de Inspecteur aannemelijk gemaakt dat aan het motiefvereiste is voldaan. Het is duidelijk dat het motief voor het aangaan van de vof, hoewel het realiteitsgehalte van de vof als zodanig niet is bestreden, fiscaal is geïndiceerd. Van zakelijke motieven voor het aangaan van de vof en voor het na anderhalf jaar weer beëindigen daarvan, is niet gebleken.

Aan het normvereiste is volgens het Hof evenwel niet voldaan. De Inspecteur heeft niet aannemelijk gemaakt dat van tevoren al vaststond dat de vof zo kort zou blijven bestaan. Nu evenmin het realiteitsgehalte van de vof is bestreden, kan niet worden geoordeeld dat in strijd met doel en strekking van de Wet IB 2001 is gekomen. Het in geschil zijnde boekverlies ter zake van de woning kan niet met toepassing van het leerstuk van fraus legis worden geweigerd.

Het hoger beroep van de Inspecteur is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
22 maart 2022
Rolnummer
20/00914; 20/00915
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:2149
Auteur(s)
drs. A.W. de Beer RB
Alfa Accountants en Adviseurs
NLF-nummer
NLF 2022/0873
Aflevering
5 mei 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB4986
bwbr0011353&artikel=3.4,bwbr0011353&artikel=3.4,bwbr0011353&artikel=3.8,bwbr0011353&artikel=3.8

Naar de bovenkant van de pagina