Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

De verkiezingscampagne zal na het Kamerreces op stoom komen. Beloftes en bezweringen vallen ons dan ten deel. Zal het ook over belastingen gaan? Natuurlijk roeptoeteren lijsttrekkers straks dat rijken meer belasting moeten betalen. Ook bedrijven krijgen in de campagne veelal een belastingrekening gepresenteerd, want zij hebben geen stemrecht en kunnen dus zonder electorale gevolgen de belastingpijn dragen. Tijdens de formatie weet de bedrijvenlobby deze rekening trouwens wel weer te verscheuren. Tsja, en dan? Waar moet het nou eigenlijk heen met onze belastingen?

Het grote probleem is het gebrek aan een communis opinio over belastingheffing. Beleidsmatige discussies gaan bovendien steevast over regelingen. De een is voor, de ander is tegen. Het kabinet fabriceert wat, en klaar. We kijken door een rietje naar fiscale onderwerpen. Samenhang blijft daardoor buiten het blikveld. Belastingmiddelen zijn niet meer op elkaar afgestemd. Ook binnen sommige regelingen is het volledig ontspoord.

Wie als zelfstandig ondernemer met een klant dineert, mag slechts 80% van de kosten in aftrek brengen. Als de ondernemer zijn onderneming in een bv’tje heeft zitten, mogen diezelfde dinerkosten slechts voor 73,5% in aftrek worden gebracht. Het idee is dat aan een diner een persoonlijk voordeel zit, waardoor de kosten voor dat deel niet aftrekbaar zijn.

Dus ons belastingstelsel schrijft in een regeling voor dat in het ene geval het privévoordeel 20% is en in het andere geval 26,5%. Het ene geval en het andere geval zijn echter in wezen dezelfde gevallen. Wat maakt die 6,5%-punt verschil in privévoordeel in hemelsnaam uit? Wat mij betreft: alles. Echt alles. 

Het verschil is ontstaan doordat een door de wetgever ‘noodzakelijk geachte compensatie’ in de inkomstenbelasting voor IB-ondernemers en resultaatgenieters (als gevolg van een arrest over de aftrekbaarheid van huurkosten en een daaropvolgende wetsuitsluiting van die kosten) niet ook naar de vennootschapsbelasting mocht doorwerken. Daarom mogen sinds 1 januari 2017 gemengde kosten in de inkomstenbelasting voor 80% in aftrek worden gebracht, terwijl dit in de vennootschapsbelasting op het oude percentage is blijven steken. 

De motivering was al niet zo sterk, maar anno 2023 is het compensatiegeneuzel van een op een arrest volgende wetswijziging toch wel vervlogen. De tijd om de boel weer gelijk te trekken, is daar. Het valt op dat het ministerie van Financiën de eigen ongein snel vergeet. Ambtenaren hebben onlangs een waslijst met fiscale maatregelen gepresenteerd. Het is bedoeld als hulpmiddel richting politieke partijen bij het vormgeven van hun fiscale wensen. Behulpzaamheid met een bijsmaakje.

Het etaleren van ambtelijke inzichten is best nuttig, maar geeft vooral blijk van een gebrek aan een samenhangende visie. Het oplepelen van een lijst met maatregelen en een budgettair beslag weerspiegelt de infantiele Haagse werkwijze van Excel-lijstjes, waarbij bovenal nauwelijks verder wordt gekeken dan de eigen speeltuin. Alles over box 3 en het milieubeleid kunnen we immers nu ook wel dromen.

Waarom wordt niet geopperd de aftrekbaarheid van gemengde kosten voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting weer gelijk te trekken? Of maak het desnoods extremer: schaf de aftrekbaarheid geheel af. Gemengde kosten komen op de ambtelijke lijst niet voor. Dat is vreemd, want met de ‘compensatiewijziging’ uit 2017 is jaarlijks € 20 miljoen gemoeid. Het gaat dus om serieus geld. Ambtenaren zetten afschaffen van de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid op hun lijst (met een opbrengst van € 1 miljoen), maar ‘vergeten’ de gemengde kosten onder de aandacht te brengen.

Compensatiemechanismes bezoedelen ons belastingstelsel. De ongelijke aftrekbaarheid van gemengde kosten vormt maar een van de vele concrete voorbeelden van ingeslopen waanzin, die vervolgens jarenlang blijft bestaan. Als je dit niet aankaart en op het schavot zet, valt de guillotine er ook nooit op.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2023/30
Publicatiedatum
28 augustus 2023

Naar de bovenkant van de pagina