Kantoorpand moet voor integratieheffing als één geheel worden gezien

Samenvatting

Een BV heeft in 2003 en 2004 op eigen grond een kantoorpand laten bouwen. De omzetbelasting die ter zake van de bouw in rekening is gebracht heeft de BV als voorbelasting volledig in aftrek gebracht.
Het kantoorpand is deels (voor 41,325%) per 1 april 2004 verhuurd aan F. Voor deze verhuur is niet geopteerd voor belaste verhuur.
De overige gedeelten van het kantoorpand worden later verhuurd, deels vrijgesteld en deels belast.
In verband met de ingebruikneming in 2004 door F heeft de BV in 2004 een integratielevering verricht, waarbij voor deze levering omzetbelasting verschuldigd is. De BV heeft echter geen omzetbelasting afgedragen ter zake van deze integratielevering. Na een in 2006 ingesteld boekenonderzoek is hiervoor een naheffingsaanslag opgelegd. Er is toen nageheven over 41,325% van de voortbrengingskosten van het kantoorpand.
Na een boekenonderzoek in 2009 heeft de inspecteur naheffingsaanslagen opgelegd wegens toepassing van de integratieheffing voor de verhuur van delen van het kantoorpand in 2006 en in 2009.
Volgens de inspecteur volgt is sprake van meerdere zelfstandige delen die apart in gebruik kunnen worden genomen voor de beoordeling van de integratieheffing.
Rechtbank Gelderland is het hiermee niet eens. Een feitelijke beoordeling leidt tot de conclusie dat het kantoorpand voor de integratieheffing moet worden gezien als één geheel.
Het gevolg daarvan is dat de ingebruikneming van het eerste gedeelte van het kantoorpand in 2004 tot een integratieheffing van 100% van de voortbrengingskosten van het hele pand had moeten leiden.
Aangezien de integratieheffing in 2004 zag op 41% van de voortbrengingskosten, kan herziening op het niet geheven gedeelte ook niet aan de orde zijn.
Ook het beroep van de inspecteur op interne compensatie wordt verworpen. Interne compensatie tussen enerzijds de naheffingsaanslagen over 2006 en 2009 en anderzijds de naheffingsaanslag over 2004 is niet mogelijk.
De naheffingsaanslagen, boetebeschikkingen en heffingsrentebeschikkingen worden vernietigd.