Direct naar content gaan

Samenvatting

De minister van Buitenlandse Zaken heeft het BNC-fiche inzake het ‘richtlijnvoorstel met regels ter vermindering van de ongelijke behandeling van vreemd en eigen vermogen en ter beperking van de renteaftrek in de vennootschapsbelasting’ naar de Tweede Kamer gezonden. In dit BNC-fiche (de afkorting staat voor Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen) geeft de regering ook een eerste oordeel over het Commissievoorstel.

Het richtlijnvoorstel

De Europese Commissie stelt een richtlijn voor die als doel heeft de ongelijke fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen bij bedrijven te verminderen. Deze ongelijke behandeling doet zich voor doordat de aftrekbaarheid van rente de kosten van financiering met vreemd vermogen verlaagt en de vergoeding voor eigen vermogen fiscaal niet aftrekbaar is. Hierdoor bestaat er voor bedrijven een fiscale stimulans om ondernemingsactiviteiten met vreemd vermogen te financieren (dit wordt ook wel aangeduid als de debt bias). Dit kan negatieve gevolgen voor de schokbestendigheid van de Europese economie hebben.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft ook aandacht gevraagd voor een meer gelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen. Hoge niveaus van (bedrijfs)schulden hangen samen met een diepere economische terugval en trager herstel, omdat ze een rem vormen op investeringen.

Dit richtlijnvoorstel volgt op de mededeling van de Europese Commissie over belastingheffing van ondernemingen in de 21e eeuw die tot een robuust, efficiënt en eerlijk belastingstelsel in de gehele Europese Unie moet leiden. Tevens is dit richtlijnvoorstel in lijn met de doelstellingen van het actieplan voor de kapitaalmarktunie. In dat kader worden kapitaalstromen tussen lidstaten beter gefaciliteerd en worden langetermijnfinanciering en marktfinanciering gestimuleerd. Daarmee wordt aan bedrijven betere toegang tot extern kapitaal geboden, zodat zij innovatie en groei kunnen financieren. Wat de reikwijdte betreft, is het richtlijnvoorstel van toepassing op alle belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting in één of meerdere lidstaten. In het richtlijnvoorstel is een uitzondering opgenomen voor de financiële sector.

Om het doel van de richtlijn te bereiken, stelt de Europese Commissie zowel een vermogensaftrek als een renteaftrekbeperking voor. De vermogensaftrek wordt voor tien jaar gegeven en berekend door de grondslag van de aftrek te vermenigvuldigen met een fictief rentepercentage Op deze wijze wordt in het richtlijnvoorstel de ongelijke fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen enerzijds bereikt door de introductie van een vermogensaftrek en anderzijds door het fiscale voordeel voor vreemd vermogen te beperken. Het kabinet is van mening dat de introductie van een vermogensaftrek met de voorgestelde vormgeving tot een verdere toename van de complexiteit in een reeds zeer complexe Wet VpB 1969 zal leiden. Deze complexiteit uit zich onder andere in diverse voortwentelingsmechanismen en de samenloop met de bestaande renteaftrekbeperkingen en de fiscale eenheid, alsmede de uitzonderingen voor de financiële sector en de afwijkende berekening voor kleine en middelgrote ondernemingen. Verder heeft de complexiteit gevolgen voor de uitvoeringslasten van de Belastingdienst.

Kabinet: richtlijnvoorstel is niet uitvoerbaar

Het kabinet beoordeelt, op grond van hetgeen de Belastingdienst heeft aangegeven, dit richtlijnvoorstel met de huidige technische vormgeving en een invoeringsdatum per 1 januari 2024 vanwege de complexiteit en snelle invoeringsdatum als niet uitvoerbaar. Een latere invoeringsdatum is dus gewenst en ook dan kent de huidige uitwerking onderdelen – bijvoorbeeld de gestelde termijn voor informatie-uitwisseling van drie maanden na het fiscale jaar – die mogelijk niet uitvoerbaar zouden kunnen zijn. Het kabinet zal hier tijdens de onderhandelingen in de Raad aandacht voor vragen. Meerdere lidstaten twijfelen aan diverse elementen van het richtlijnvoorstel, zoals de budgettaire impact en de uitvoerbaarheid, maar ook de noodzaak tot actie op EU-niveau. De positie van het Europees Parlement is op dit moment nog onbekend.

Metadata

Rubriek(en)
Europees belastingrecht
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2022 e.v.
Instantie
BUZA
Datum instantie
1 juli 2022
Rolnummer
2022Z13822
Auteur(s)
mr. F. van Horzen
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2022/1442
Aflevering
28 juli 2022
Judoregnummer
JCDI:NFB5159
bwbr0002672&artikel=8bd,bwbr0002672&artikel=8bd,bwbr0002672&artikel=15b,bwbr0002672&artikel=15b

Naar de bovenkant van de pagina