Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

In een dolle oktobernacht vlogen de fiscale moties en amendementen ons vorig jaar om de oren. Een aangenomen amendement over het Borretje heeft nu voor een schrale biersmaak gezorgd. De nieuwe Tweede Kamer probeert de kater te verdrijven en dit ‘Bavaria-amendement’ weer terug te draaien. We kennen door de overambitieuze kabinetten met wetgevingsdiarree al jarenlang het verschijnsel van de reparatiewetgeving, waarmee net ingevoerde wetgeving een servicebeurtje krijgt. Dit kolderieke verschijnsel komt regelmatig voor, waardoor invoering van slechte wetgeving wordt vergoelijkt (zonder het vangnet van de reparatie zou je immers wel meteen puik werk moeten leveren). En nu krijgen we dus waarschijnlijk ook zoiets als het reparatie-amendement. 

Advies van de kleuterjuf: eerst nadenken, dan doen. Je kunt Kamerleden de oren wassen om hun onbezonnenheid. Mij lijkt dit simpelweg de oogst van de fiscale wetgevingspraktijk van de afgelopen decennia. Als je jaar in, jaar uit belastingwetsvoorstellen met spoed door de parlementaire strot duwt, ontstaat daar het idee dat het usance is om belastingwetten in een nachtje te wijzigen. Kamer op drift? Welnee. Kamerleden doen slechts het kabinet na.

Het afschaffen van de vrijstelling dividendbelasting bij aandeleninkoop is het andere dronkenmansdingetje. Hoewel, deze wijziging is toch echt wat meer met voorbedachten rade in onze belastingwet gefietst. De weerstand vanuit het bedrijfsleven is nadien opgeborreld als een ordinaire boer. 

Het kabinet voerde onlangs individuele gesprekken met de bedrijven ASML, NXP, AkzoNobel, Philips, ING en WoltersKluwer. Blijkens het verslag steken zij niet de loftrompet over ons mooie land. Zij klagen wel over de onvoorspelbaarheid en inconsistentie van het fiscale beleid. Een terecht punt lijkt me, hoewel anderzijds koersvastheid ook niet zo past bij een democratische rechtsstaat met wisselende machtsverhoudingen. Verder is hun pleidooi kort samengevat: wij willen minder belasting betalen en zeker niet meer. Mijn verwachting van deze theemutserij is helemaal waargemaakt. Zou er misschien stiekem ook een gele Brabantse rakker zijn genuttigd?

Enfin, belastingstaatssecretaris Van Rij is de opruimer van de kots. Er is belastingwetgeving in de Tweede en Eerste Kamer aangenomen en de bewindsman is opgedragen alternatieven voor bepaalde maatregelen te zoeken. Hij kan het moeilijk weigeren (het verzoek kwam uit de senaat). Zou iemand echt serieus hebben gedacht dat de doorgewinterde Van Rij hier zijn politieke gewicht in de strijd zou gooien? Er is een oud politiek adagium: ruim nooit de troep van een ander op, want dan word je zelf vies.

Nou, Van Rij is zeker niet vies geworden. Hij heeft, zoals beloofd, wat alternatieven voor die inkoopfaciliteit in kaart gebracht. Met het ingesleten voorstel om het lage btw-tarief van negatief geëvalueerde fiscale regelingen af te schaffen, toont de bewindsman zich een meester in het balletje terugleggen. Zijn boodschap aan Kamerleden: bedenk lekker zelf wat leuks. 

Er is echter één maatregel die niet te begrijpen valt. Om grote bedrijven fiscaal blijvend te ontzien bij de inkoop van eigen aandelen, zou je volgens Van Rij de premie voor arbeidsongeschiktheid kunnen verhogen (in jargon: de Aof-premie). Die gedifferentieerde Aof-premie is echt bedoeld voor… jawel, voor het dekken van de uitgaven van arbeidsongeschiktheid. De door werkgevers opgebrachte gelden gaan braaf naar het arbeidsongeschiktheidsfonds, waaruit het UWV dan de uitkeringen betaalt. 

Nu wordt dus geopperd om voor grotere werkgevers de Aof-premie te verhogen om aandeleninkoop belastingvrij te kunnen houden. In de Haagse boekhoudwerkelijkheid is de arbeidsongeschiktheidspremie een communicerend vat met de dividendbelasting, aangezien beide in het vermaledijde inkomstenkader zitten. 

Je ziet verschuivingen tussen sociale premies en belastingen daarom ook steeds maar terugkomen, waarmee het failliet van die premies in wezen is uitgesproken. Desondanks vind ik de Aof de ranja van het feestje. Daar blijf je toch vanaf. De Aof-premie moet geen aangelengd fiscaal biertje worden.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Publicatiedatum
16 april 2024
NLF-nummer
NLF-P 2024/14
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist

Naar de bovenkant van de pagina