Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De Heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn (hierna: GBLT) heeft aan X (belanghebbende) voor het belastingjaar 2016 een aanslag waterschapsbelastingen van € 274,65 opgelegd.

GBLT heeft deze aanslag digitaal bekend gemaakt door plaatsing ervan in de digitale Berichtenbox van X op MijnOverheid.nl. Omdat X deze aanslag niet heeft betaald binnen de gestelde termijn, heeft GBLT per post een aanmaning (gevolgd door een dwangbevel) gezonden om het nog openstaande bedrag te voldoen.

Op het beroep van X oordeelt Rechtbank Overijssel dat uit de memorie van toelichting bij artikel 2:14 Awb naar voren komt dat de wetgever als uitgangspunt van de regeling er voor heeft gekozen dat betrokkenen niet gedwongen kunnen worden van de elektronische weg gebruik te maken. De elektronische weg is van facultatieve aard: elektronisch verkeer wordt in de Awb niet verplicht voorgeschreven.

De Rechtbank oordeelt vervolgens dat GBLT niet aannemelijk heeft gemaakt dat X bij het inloggen op MijnOverheid.nl GBLT aangevinkt heeft (gelaten) en daarmee heeft geaccordeerd om post van GBLT digitaal te ontvangen. Het beroep is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum instantie
3 augustus 2018
Rolnummer
16/2392
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2018:2819
NLF-nummer
NLF 2018/1928
Aflevering
6 september 2018

Naar de bovenkant van de pagina