Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze zaak heeft het onderzoek ter zitting van Hof Den Haag plaatsgehad op dinsdag 5 juni 2018. De gemachtigde van X (belanghebbende) heeft op vrijdag 1 juni 2018 verzocht om uitstel van dit onderzoek. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij op maandag 28 mei 2018 aan zijn pols is geopereerd en het hem, hoewel hij sinds donderdag 31 mei 2018 weer aan het werk was, niet zou lukken om de mondelinge behandeling voldoende voor te bereiden. Het verzoek is op dezelfde dag (1 juni 2018) afgewezen en die beslissing is op dezelfde dag aan de gemachtigde meegedeeld.

Tijdens het onderzoek ter zitting heeft de gemachtigde opnieuw om uitstel daarvan verzocht. Bij de sluiting van het onderzoek heeft de voorzitter meegedeeld dat het Hof ofwel schriftelijk uitspraak zal doen ofwel het onderzoek zal heropenen.

Het Hof heeft het ter zitting gedane verzoek om uitstel afgewezen. Het heeft daartoe overwogen dat:

  • de gemachtigde ter zitting is verschenen;
  • hij aldaar aan de hand van een pleitnota pleidooi heeft gehouden;
  • hij in zijn pleidooi is ingegaan op de inhoud van de zaken; en
  • hij op de opmerkingen van de Inspecteur heeft gereageerd.

Naar het oordeel van het Hof is gelet op dit een en ander niet aannemelijk geworden dat X door de afwijzing van het verzoek om uitstel in zijn procespositie is geschaad en is er dan geen aanleiding tot heropening van het onderzoek.

Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dit ongegrond. Niet aannemelijk is dat de gemachtigde zich niet of onvoldoende op het onderzoek ter zitting heeft kunnen voorbereiden. Ook heeft het Hof op toereikende gronden het verzoek van X afgewezen om een aantal in Turkije woonachtige personen als getuige op te roepen.

Deze noot heeft tevens betrekking op het gelijkluidende arrest van dezelfde datum met nummer 18/04659 (NLF 2019/1326).

Inleiding

Belanghebbende heeft in deze zaak cassatie ingesteld tegen een tweetal oordelen van het Hof. Middel I richt zich tegen de afwijzing van het verzoek om uitstel van de behandeling ter zitting en middel II richt zich tegen de afwijzing van het verzoek om een aantal getuigen op te roepen en dat het Hof niet heeft toegezegd dat de getuigen daadwerkelijk zullen worden gehoord als zij door belanghebbende worden opgeroepen.

Uitstel behandeling ter zitting

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2010
Instantie
HR
Datum instantie
23 mei 2019
Rolnummer
18/04658
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:789
Auteur(s)
mr. S.L. Verkaik
Booij Bikkers Advocaten
NLF-nummer
NLF 2019/1291
Aflevering
6 juni 2019
Judoreg
NFB2521
bwbr0005537&artikel=8:56,bwbr0005537&artikel=8:56,bwbr0005537&artikel=8:60&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:60&lid=1,bwbr0005537&artikel=8:56,bwbr0005537&artikel=8:63&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina