Direct naar content gaan

Samenvatting

Fiscale eenheid X (belanghebbende) heeft intracommunautair mobiele telefoons geleverd aan een Britse afnemer. Hoewel de telefoons zijn vervoerd naar Duitsland en Polen, heeft de afnemer zijn Britse btw-identificatienummer aan X doorgegeven. In Duitsland en Polen was hij niet voor btw-doeleinden geïdentificeerd. Verderop in de handelsketen blijkt te zijn gefraudeerd. De Britse autoriteiten hebben het Britse btw-identificatienummer van de afnemer kort na de leveringen van X uit het VAT Information Exchange System (VIES) verwijderd vanwege aanwijzingen dat de afnemer een malafide onderneming is. De Inspecteur heeft toepassing van het nultarief geweigerd met als reden dat X niet over een Duits en een Pools btw-identificatienummer van haar afnemer beschikt, en aldus niet alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar kon worden verwacht om te voorkomen dat zij bij de fraude betrokken zou raken, dan wel wist of had moeten weten van de btw-fraude.

Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat de Inspecteur toepassing van het nultarief ten onrechte heeft geweigerd. De staatssecretaris heeft cassatieberoep ingesteld, maar volgens A-G Ettema is dat ongegrond. Volgens de A-G volstaat een btw-identificatienummer van de afnemer, toegekend door een andere lidstaat dan waar de verzending of het vervoer van de goederen aanvangt. Dit geldt zowel voor als na 1 januari 2020, toen de zogenoemde quick fixes van kracht zijn geworden.

Ook indien X de formele voorwaarde van artikel 12, lid 2, onderdeel a, onder 2º, Uitv.besl. OB 1968 niet zou hebben nageleefd, is dat als zodanig geen reden haar de toepassing van het nultarief te weigeren, aldus de A-G. Het oordeel van het Hof dat de Inspecteur niet heeft bewezen dat X wist of had moeten weten dat de levering van de telefoons aan haar afnemer deel uitmaakte van fraude door die afnemer en evenmin van fraude in latere schakels van de handelsketen, is volgens de A-G voldoende gemotiveerd en niet onbegrijpelijk.

Het belang in deze zaak

Belanghebbende heeft mobiele telefoons geleverd aan een Britse ondernemer. De mobiele telefoons zijn vervoerd naar Duitsland en Polen in het kader van de levering. Belanghebbende heeft het Britse btw-nummer ontvangen van haar afnemer en het btw-nultarief voor intracommunautaire leveringen toegepast. De Britse afnemer is niet voor de btw geregistreerd in Duitsland en Polen.

In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbende terecht het btw-nultarief heeft toegepast. De staatssecretaris meent van niet. Volgens hem moet een afnemer (ook) beschikken over een btw-nummer in het land van aankomst van de goederen. Daarnaast meent hij dat in deze zaak sprake is van btw-fraude. Beide punten leiden volgens de staatssecretaris afzonderlijk tot de weigering van het btw-nultarief, zodat de btw bij belanghebbende kan worden nageheven. A-G Ettema concludeert echter dat de staatssecretaris op beide punten ongelijk heeft.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
A-G
Datum instantie
31 december 2019
Rolnummer
19/01458
ECLI
ECLI:NL:PHR:2019:1384
Auteur(s)
drs. A. van Esdonk
Meijburg & Co
NLF-nummer
NLF 2020/0487
Aflevering
27 februari 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3077
bwbr0002629&artikel=9&lid=2,bwbr0002633&artikel=12&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina