Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(48)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze zaak heeft de eigenaar van een eigen woning in 2005 de blote eigendom van de ondergrond van die woning verkocht aan een bank voor € 880.000 euro en heeft de bank aan de eigenaar een eeuwigdurend erfpachtrecht op die grond toegekend.
De jaarlijkse erfpachtcanon bedraagt de eerste tien jaar € 99.312,36 en daarna € 19.662,47.
Volgens de inspecteur zijn de in de jaren 2005, 2006 en 2007 betaalde erfpachtcanons niet aftrekbaar.
Rechtbank Haarlem heeft geoordeeld dat in feite slechts een bedrag is geleend ten behoeve van consumptieve doeleinden. Zij heeft de aftrek van de canon met toepassing van het leerstuk van fraus legis niet toegelaten.
De opgelegde boete heeft de Rechtbank vernietigd omdat het ingenomen standpunt, gelet op de stand van de jurisprudentie en de heersende leer, pleitbaar is.
De eigenaar is tegen de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gegaan.
Hof Amsterdam komt na een uitvoerige beschouwing tot het oordeel dat volledige aftrekbaarheid van de erfpachtcanons niet alleen niet aanvaardbaar is qua economisch resultaat, maar ook in strijd is met de strekking van artikel 3.120, lid 1, Wet IB 2001.
Hierin ziet het Hof aanleiding de door de betreffende overeenkomsten gecreëerde situatie als een annuïteitenlening te kwalificeren, zodat ten hoogste het rentebestanddeel in iedere erfpachtcanon, voor zover de Wet IB 2001 dat overigens toestaat, aftrekbaar is.
Aangezien vaststaat dat de eigenaar de ontvangen € 880.000 niet - ook niet gedeeltelijk - heeft aangewend ter verwerving, verbetering of het onderhoud van de onroerende zaak, is het Hof van oordeel dat (ook) van het rentebestanddeel in de erfpachtcanon niets aftrekbaar is.
Aan het subsidiaire standpunt van de inspecteur - dat sprake is van fraus legis - en dat de Rechtbank heeft overgenomen, komt het Hof niet meer toe.
Tegen dit oordeel heeft de man cassatieberoep ingesteld.
Volgens A-G Niessen is dit gegrond. De feiten laten volgens hem geen andere conclusie toe dan dat die zakelijke rechten wel degelijk tot stand zijn gekomen en dat de man voor het recht van erfpacht maandelijks een canon voldoet.
Het rentebestanddeel in de canon is daarom aftrekbaar, aldus de A-G.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2005 - 2007
Instantie
A-G
Datum instantie
22 mei 2014
Rolnummer
13/02758
ECLI
ECLI:NL:PHR:2014:484
bwbid=bwbr0&artikel=3.120,bwbid=bwbr0&artikel=3.120

Naar de bovenkant van de pagina