Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie(35)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Hoe zit het met de verschuldigdheid van motorrijtuigenbelasting, indien een motorrijtuig op de openbare weg wordt gesignaleerd, terwijl op dat moment de geldigheid van het kentekenbewijs van dat motorrijtuig is geschorst? Een man heeft met ingang van 27 mei 2008 de geldigheid van het kentekenbewijs van zijn motorrijtuig, een personenauto, geschorst. Vanaf 24 oktober 2008 heeft hij zich - tijdens de schorsingsperiode - met het motorrijtuig op de openbare weg begeven.
De inspecteur heeft motorrijtuigenbelasting nageheven en de nageheven belasting berekend over een tijdsduur van vier aaneensluitende tijdvakken van drie maanden met als laatste tijdvak dat waarin het gebruik van de weg is geconstateerd. Rechtbank Breda heeft geoordeeld dat de naheffing beperkt moet blijven tot de periode vanaf 24 oktober 2008 en Hof Den Bosch was het daar mee eens.
De Staatsecretaris betoogt in cassatie dat kan worden nageheven vanaf de ingangsdatum van de schorsing, 27 mei 2008. A-G van Hilten is dat met hem eens. Bij naheffing op basis van artikel 35 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting is de mate van het weggebruik niet relevant. De regeling van artikel 35 is volgens de A-G ook niet te beschouwen als een criminal charge in de zin van artikel 6 EVRM.
Het Hof heeft volgens de A-G voorts de boete op verkeerde gronden vernietigd. De A-G stelt verwijzing voor omdat het Hof niet is ingegaan op de stelling dat de boete van 100% niet in verhouding staat tot het vergrijp en is opgelegd zonder rekening te houden met de omstandigheden van het geval.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2008
Instantie
A-G
Datum instantie
18 februari 2013
Rolnummer
11/04730
ECLI
ECLI:NL:PHR:2013:BZ3546
bwbid=bwbr0&artikel=35

Naar de bovenkant van de pagina