Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze zaak procedeert een 'zwartspaarder' tegen de door de inspecteur afgegeven informatiebeschikkingen (art. 52a AWR).
Hij stelt dat de inspecteur zijn recht op het afgeven van de informatiebeschikkingen heeft verspeeld doordat hij die beschikkingen pas heeft gegeven nadat hij de navorderingsaanslagen had opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant gaf hem gelijk, maar bij Hof Den Bosch gaat hij onderuit.
De inspecteur mag ook in deze fase informatiebeschikkingen afgeven.
De inspecteur heeft volgens het Hof bovendien aannemelijk gemaakt dat de zwartspaarder de aan hem gestelde vragen niet naar waarheid heeft beantwoord en niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ingevolge artikel 47 van de AWR.
De man bepleit tenslotte dat het relevante belang voor het stellen van vragen zou ontbreken, omdat de inspecteur niet voldoende voortvarend zou hebben gehandeld bij het voorbereiden en vervolgens opleggen van de navorderingsaanslagen. Daarom zou de Inspecteur niet langer bevoegd zijn om met gebruikmaking van de zogenoemde verlengde navorderingstermijn (artikel 16, lid 4, van de AWR) de navorderingsaanslagen op te leggen.
Hof: De vraag of de inspecteur met voldoende voortvarendheid heeft gehandeld, is niet een vraag die de rechtmatigheid van de informatiebeschikkingen raakt; deze vraag dient te worden beantwoord door de rechter die over de hoofdzaken moet beslissen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
13 november 2014
Rolnummer
13/01216 tot en met 13/01226
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2014:4697
52a&g=2015-01-01,bwbid=bwbr0&artikel=47,bwbr0002320&artikel=52a&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina