Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In een aantal conclusies komt A-G Wattel tot de slotsom dat de verdragen opgebouwd volgens het Oeso-Modelverdrag en het Nederlands Standaardverdrag er toe leiden dat fictieve inkomsten steeds onder het “restartikel” vallen en daarom ter belastingheffing zijn toegewezen aan de woonstaat. Bij de met name genoemde inkomsten is namelijk steeds sprake van “betaald”, “verkregen” of “ontvangen” (“payed” en “derived”). Die uitdrukkingen zien niet op fictieve inkomsten. Fictief loon, fictieve renten en fictieve pensioenafkoop van een Belg of een in Singapore wonende belastingplichtige kan Nederland niet belasten. Hij oordeelt dan ook dat de Staatssecretaris ten onrechte in cassatie is gegaan tegen uitspraken van een hof waarin het fictieve loon van een in België wonende aanmerkelijk belanghouder en het door een in Singapore wonende man fictief genoten pensioen voor de loonbelasting onbelast zijn geoordeeld. Dit laatste geval zit wat merkwaardig in elkaar. De man wenst het onbelaste – namelijk in het buitenland opgebouwde - deel van zijn pensioen af te kopen. De inspecteur meent dat de afkoop van dit deel hem dwingt ook de in Nederland opgebouwde pensioenaanspraken fictief als genoten en belast aan te merken. In de uitvoerige nota met bijlage komen nog meer aspecten van fictieve inkomsten, zoals de vermogensrendementsheffing aan de orde.

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Instantie
A-G
Datum instantie
28 augustus 2002
Rolnummer
37.657

Naar de bovenkant van de pagina