Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(121)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een wetenschapper heeft in de jaren 1990 tot en met 1992 als postdoctoraal onderzoeker bij een Britse wetenschappelijke instelling onderzoek gedaan op biomedisch gebied. Hij woonde in deze jaren niet in Nederland. Met de instelling is destijds overeengekomen dat de patenten van de onderzoeksactiviteiten aan de instelling toekwamen. Voorts is overeengekomen dat bij mogelijke commerciële uitbating van deze patenten, de wetenschapper royalties zal ontvangen.
Dat laatste gebeurt in 2001 en 2005. De inspecteur rekent deze inkomsten tot het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, maar volgens de wetenschapper is er geen sprake van een bron van inkomen.
Voorts vindt de wetenschapper dat de inkomsten toegerekend moeten worden aan een vast middelpunt in Engeland (artikel 12, lid 3 van het belastingverdrag met het Verenigd Koninkrijk) en dus niet in Nederland mogen worden belast.
A-G Niessen stelt vast dat de werkzaamheden van de wetenschapper blijkens het contract ook waren gericht op het ontwikkelen van exploiteerbare patenten. Daarmee heeft de wetenschapper zich in het economisch verkeer begeven, zodat de royalties mogen worden belast. Maar dat mag niet in Nederland! In de jaren dat de wetenschapper onderzoek verrichtte beschikte hij over een vast middelpunt in Engeland, te weten de instelling.
Alsdan is de belastingheffing over de royalties volgens het belastingverdrag aan het Verenigd Koninkrijk toegewezen.
Conclusie: het cassatieberoep van de wetenschapper slaagt. De Hoge Raad kan de zaak zelf afdoen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2001 en 2005
Instantie
A-G
Datum instantie
2 april 2013
Rolnummer
12/00252
ECLI
ECLI:NL:PHR:2013:BZ9161
bwbid=bwbr0&artikel=3.90

Naar de bovenkant van de pagina