Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie(36)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Volgens A-G van Hilten is het door de Staatssecretaris ingestelde cassatieberoep tegen de onderstaande uitspraak van Hof Den Haag van 24 februari 2012 (NR: 10/00256, LJN BX2299) gegrond en dient verwijzing voor nader feitenonderzoek plaats te vinden. De zaak zit als volgt in elkaar:
Een branchevereniging van ondernemers in de schilders- en onderhoudsbranche is op 1 januari 1995 ontstaan uit een fusie tussen A en B. De vereniging is ondernemer voor de omzetbelasting. A en B en later de vereniging hebben ten behoeve van hun leden verzekeringsactiviteiten verricht. Deze activiteiten zijn echter gestaakt waarna de exploitatie van de portefeuille per 1 januari 1987 is overgedragen aan een ander bedrijf (de derde) waarmee de branchevereniging een samenwerkingsverband is aangegaan. De eigendom van de assurantieportefeuille is bij de branchevereniging achtergebleven. Voor het ter beschikking stellen van de verzekeringsportefeuille en de ledengegevens ontvangt de branchevereniging ook in het jaar 2001 (het jaar waarop de naheffingsaanslag betrekking heeft) provisies van de derde. De vraag is of de branchevereniging hierover omzetbelasting verschuldigd is.
Het Hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Er is sprake van een niet met btw belaste overdracht van een algemeenheid van goederen in de zin van artikel 37d van de Wet op de omzetbelasting. Het feit dat de eigendom van de portefeuille bij de branchevereniging is achtergebleven verhindert dit niet. De door de inspecteur opgelegde naheffingsaanslag van 73.202 euro wordt vernietigd.
Volgens de A-G hoeft het oordeel van het Hof dat per 1 januari 1987 een algemeenheid van goederen is overgedragen niet op voorhand onjuist te zijn voor zover het betreft de destijds reeds bestaande contracten. Het Hof heeft een en ander echter onvoldoende gemotiveerd.
Voorts concludeert de A-G dat de in 2001 ontvangen provisies niet alleen betrekking hebben op de oude contracten van voor 1 januari 1987. De provisies die betrekking op contracten die na 1 januari 1987 zijn afgesloten, houden namelijk geen verband met de mogelijke overdracht van een algemeenheid van goederen.
Conclusie: het cassatieberoep van de Staatssecretaris is gegrond. De zaak dient te worden verwezen voor nader feitenonderzoek.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
A-G
Datum instantie
5 april 2013
Rolnummer
12/01836
ECLI
ECLI:NL:PHR:2013:CA0257
bwbid=bwbr0&artikel=37

Naar de bovenkant van de pagina