Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In dit geval had een BV een deelneming gekocht en daarbij een balansgarantie bedongen, die daarin bestond dat de verkoper van de deelneming aan de BV het verschil zou vergoeden als de waarde van de activa min de passiva van de bij de verkoop gepresenteerde balans hoger zou blijken te zijn dan de werkelijke waarde. In zo’n geval moet volgens de Hoge Raad aan de hand van de situatie ten tijde van de verkrijging de prijs van de deelneming worden verminderd met de waarde van de uit de balansgarantie voortvloeiende vordering. Indien de waarde van die vordering later verandert valt die verandering in de fiscale winst. Het verwijzingshof moest nog beslissen welke waarde ten tijde van de verwerving van de deelneming aan de vordering moest worden toegekend. De BV had niet minder dan fl. 1.693.424 bepleit. De inspecteur stelde de waarde van de vordering op ten hoogste fl. 393.786 . Het Hof volgt hem daarin omdat blijkens HR 22 december 1995 nr 15.870 NJ 1996/300 de slaagkans van de uit de balansgarantie voortvloeiende claim ernstig kan worden betwijfeld.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
15 mei 2003
Rolnummer
02.03409
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2003:AH8941

Naar de bovenkant van de pagina