Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert een theater en filmhuis.

In deze procedure over een naheffingsaanslag omzetbelasting is het tarief op (alcoholische) pauzedrankjes onderwerp van geschil.

Het verlenen van toegang tot de voorstellingen en het verstrekken van het pauzedrankje moet voor de heffing van omzetbelasting worden aangemerkt als te onderscheiden en zelfstandige prestaties, oordeelt Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Voor dat geval is niet in geschil dat de Inspecteur de alcoholische pauzedrankjes terecht heeft belast tegen het reguliere btw-tarief.

Ter zitting is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat de verzuimboete ten onrechte aan X is opgelegd. De Rechtbank vernietigt daarom de verzuimboete en verklaart het beroep tegen die boete gegrond.

Gelet op hetgeen de Hoge Raad in het arrest HR 18 november 2022, 21/00170, ECLI:NL:HR:2022:1673 (NLF 2022/2337, met noot van Hageman) in r.o. 3.3.2 heeft overwogen, ziet de Rechtbank voorts aanleiding voor het oordeel dat ook in dit geval geen belastingrente dient te worden berekend over de periode dat de Inspecteur en dus niet X beschikte over het verschuldigde belastingbedrag. Ook in zoverre is het beroep gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2015-2018
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
30 januari 2023
Rolnummer
20/7235
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:520
NLF-nummer
NLF 2023/0625
Aflevering
23 maart 2023
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina