De belastingplichtmaatregel voor omgekeerde hybride lichamen treedt per begin aankomend jaar in werking. Hierdoor wordt de oorzaak van een specifieke soort hybride mismatch aangepakt. Wat voegt dit toe ten opzichte van de al geldende ATAD2-wetgeving? Wat zijn de gevolgen voor de vennootschapsbelasting, dividendbelasting en bronbelasting? En is de uitwerking van de nieuwe regels logisch? Dit zijn de vragen die centraal staan in deze bijdrage van Loes van Hulten.
De belastingplichtmaatregel uit ATAD2 pakt de oorzaak van een specifieke soort hybride mismatch aan. Kort gezegd bepaalt de regel dat het land van vestiging van een samenwerkingsverband onder omstandigheden de kwalificatie van het land van de participanten volgt. Hierdoor is niet langer sprake van een hybride mismatch.
In deze bijdrage wordt het wetsvoorstel toegelicht. In paragraaf 2 bespreek ik de achtergrond van de regel in ATAD2. Paragraaf 3 draait om de aanpassingen in de vennootschapsbelasting. In paragraaf 4 staat de dividendbelasting centraal. Paragraaf 5 betreft de wijzigingen in de bronbelasting.