Direct naar content gaan

Samenvatting

De gemeente A is een door de overheid erkend luchtkuuroord en is als zodanig op grond van een gemeentelijk statuut gerechtigd toeristenbelasting te heffen.

Met de inkomsten uit de toeristenbelasting heeft A de bouw, het onderhoud en de renovatie van onder andere een kuurpark, kuurhuis en paden (kuurfaciliteiten) gefinancierd. Deze faciliteiten zijn voor iedereen vrij toegankelijk; een kuurbewijs is niet verplicht voor de toegang.

In geschil is of A, als publiekrechtelijke rechtspersoon, een activiteit als ondernemer verricht en daarom recht heeft op aftrek van voorbelasting ter zake van de bouw van het kuurhuis.

Het Bundesfinanzhof (de verwijzende rechter) acht het niet uitgesloten dat sprake is van een economische activiteit en heeft hierover aan het HvJ prejudiciële vragen gesteld.

Het HvJ acht geen sprake van een dienst onder bezwarende titel in de zin van artikel 2, lid 1, onder c, Btw-richtlijn, wanneer de gemeente op grond van een gemeentelijk statuut toeristenbelasting ter hoogte van een bepaald bedrag per verblijfsdag heft van gasten die in de gemeente verblijven, terwijl de verplichting om deze toeristenbelasting te betalen niet gekoppeld is aan het gebruik van deze faciliteiten, maar aan het verblijf op het grondgebied van de gemeente, en deze faciliteiten voor iedereen vrij en kosteloos toegankelijk zijn.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2009-2012
Instantie
HvJ
Datum instantie
13 juli 2023
Rolnummer
C-344/22
ECLI
ECLI:EU:C:2023:580
Auteur(s)
M. van Helden MSc
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/1719
Aflevering
3 augustus 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5917
celex32006l0112&artikel=2,celex32006l0112&artikel=2,celex32006l0112&artikel=9,celex32006l0112&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina