Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) stelt in deze procedure over de aanslag IB/VV 2013 dat de vermogensrendementsheffing in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (artikel 1 EP). Hij betoogt in dit verband dat het destijds door de wetgever veronderstelde rendement van 4% op risico-arme beleggingen niet meer haalbaar is.

Hof Arnhem-Leeuwarden geeft X geen gelijk.

Gelet op jurisprudentie van de Hoge Raad dient er in beginsel vanuit te worden gegaan dat in 2011 geen sprake was van een situatie waarin gedurende een lange reeks van jaren met dergelijke beleggingen een reëel rendement van 4% voor particuliere beleggers niet meer haalbaar zou zijn.

Voor zover dit vanaf 2013 noodzakelijk was, heeft de wetgever dit volgens het Hof voldoende voortvarend hersteld door het forfait per 1 januari 2017 aan te passen. Het Hof komt niet toe aan een beoordeling van de vraag of, mede gelet op het toepasselijke tarief, belastingplichtigen in 2013 worden geconfronteerd met een buitensporig zware last vanwege het veronderstelde rendement van 4%.

Voorts oordeelt het Hof dat ten aanzien van het systeem van de vermogensrendementsheffing dat is gebaseerd op de gemiddelde rendementsgrondslag van slechts één peildatum – 1 januari van het kalenderjaar – niet kan worden geoordeeld dat de wetgever op regelniveau de hem toekomende ruime beoordelingsmarge heeft overschreden.

Het Hof beoordeelt vervolgens of de forfaitaire rendementsheffing een individuele en buitensporige last vormt, gelet op het totale vermogen van X en het in 2013 daarmee behaalde rendement. In casu bedraagt het werkelijk behaalde rendement € 45.284 terwijl de verschuldigde inkomstenbelasting ter zake € 20.945 bedraagt. Van een individuele buitensporige last is dan volgens het Hof geen sprake.

De Hoge Raad heeft op het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (18/03554)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
10 juli 2018
Rolnummer
17/00875
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:6302
NLF-nummer
NLF 2018/1699
Aflevering
9 augustus 2018
bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr0011353&artikel=5.2,bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1,bwbr-eerste&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina