Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) en Y zijn begin 2008 huwelijksvoorwaarden aangegaan. Hierin is opgenomen dat zij van de algehele gemeenschap van goederen uitsluiten alle tegenwoordige en toekomstige goederen van de echtgenoten met uitzondering van één bank- en effectenrekening. X en Y zijn vervolgens met elkaar gehuwd. Het vermogen van Y was op dat moment ongeveer € 150 miljoen en dat van X ongeveer € 1 miljoen. De echtgenoot heeft in 2008 een bedrag van € 10 miljoen gestort op de gezamenlijke rekening. In de jaren daarna hebben verschillende mutaties plaatsgevonden op de rekening.

Tijdens het huwelijk heeft geen wijziging van de huwelijkse voorwaarden plaatsgevonden. De echtgenoot is in 2012 overleden met achterlating van X en twee kinderen als erfgenamen.

In geschil is een aan X opgelegde navorderingsaanslag schenkbelasting 2008. De Inspecteur stelt dat in 2008 sprake is geweest van een schenking van de echtgenoot aan X.

Rechtbank Gelderland verwijst onder meer naar de arresten van de Hoge Raad van 28 januari 1959 (13.787, ECLI:NL:HR:1959:AY1786) en 17 maart 1971 (16.473, ECLI:NL:HR:1971:AX5018).

Het uitgangspunt is dat het aangaan van een huwelijk in de regel geen schenking inhoudt, aldus de Rechtbank. De akte van huwelijksvoorwaarden kan voorts niet los worden gezien van het huwelijk. Op grond van de akte van huwelijksvoorwaarden kan volgens de Rechtbank niet worden geconcludeerd dat sprake is van een schenking. Het feit dat er een en/of-rekening wordt geopend waarop één echtgenoot een bedrag stort, is daarvoor niet voldoende. Ook als wordt aangesloten bij de feitelijke uitvoering van de afspraken door X en de echtgenoot, is volgens de Rechtbank geen sprake van een schenking. Er moet – gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad – op het moment van de schenking sprake zijn van een voltooide vermogensverschuiving. Aan die voorwaarde is hier niet voldaan.

De aanslag wordt vernietigd.

De feiten die het uitgangspunt voor de onderhavige zaak vormen, zijn niet alledaags gezien de omvang van het vermogen van de echtgenoten en de beperkte gemeenschap van goederen van specifiek genoemde bank- en effectenrekening en de schulden die betrekking hebben op deze bank- en effectenrekening die in de huwelijksvoorwaarden is overeengekomen. Veelal ziet de beperkte gemeenschap van goederen op de eigen woning en de inboedel, of wordt in de huwelijksvoorwaarden de algehele gemeenschap van goederen overeengekomen, met uitzondering van specifiek genoemde vermogensbestanddelen. Een uitspraak over deze problematiek is van groot belang voor de estateplanningspraktijk! Gezien de belangen zal de rechtsvraag ongetwijfeld aan de Hoge Raad worden voorgelegd.

De Hoge Raad heeft in zijn arresten van 28 januari 1959 en 17 maart 1971 beslist dat geen sprake is van een schenking als staande het huwelijk de huwelijkse voorwaarden worden opgeheven en daardoor een algehele gemeenschap van goederen ontstaat. Dit is zelfs niet het geval indien in het zicht van overlijden de huwelijkse voorwaarden worden opgeheven en een algehele gemeenschap van goederen wordt aangegaan. Volgens de Hoge Raad is kenmerkend voor de bevoordeling door schenking en daarmede tevens voor de verkrijging door schenking in de zin van de Successiewet dat een voltooide eenzijdige waardeverschuiving uit het vermogen van de schenker aan de begiftigde heeft plaatsgevonden. Hiervan is niet al sprake door het intreden van de huwelijksgoederengemeenschap. In de arresten van 17 maart 1971 was dit de enige overweging van de Hoge Raad om tot het oordeel te komen dat geen sprake was van een gift die van betekenis is voor de berekening van de legitieme portie van de kinderen (ECLI:NL:HR:1971:AC5095) en geen schenking was in de zin van de Successiewet (ECLI:NL:HR:1971:AX5018).

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2008
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
20 september 2018
Rolnummer
17/2566
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2018:4043
Auteur(s)
mr. T.C. Hoogwout
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2019/0073
Aflevering
10 januari 2019
Judoregnummer
JCDI:NFB2109
bwbr0002226&artikel=1,bwbr0002226&artikel=1

Naar de bovenkant van de pagina